Vertaling van "bosbeheer daarbij " (Nederlands → Duits) :

TERMINOLOGIE

EU-handboek voor bosbeheer | richtsnoeren voor ontwikkelingssamenwerking op het gebied van bosbeheer
Forstwirtschaftliches Handbuch | Leitlinien für die Zusammenarbeit bei der Entwicklung der Forstwirtschaft

duurzaam bosbeheer [1]
nachhaltige Waldnutzung

bosbeheer
Forstverwaltung

aangestelde van het bosbeheer
Forstbediensteter

ambtenaar van het bosbeheer
Forstbeamter des höheren Dienstes

Vierde Protocol bij het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, tot het waarborgen van bepaalde rechten en vrijheden die niet reeds in het Verdrag en in het eerste Protocol daarbij zijn opgenomen
Protokoll Nr. 4 zur Konvention zum Schutze der Menschenrechte und Grundfreiheiten, durch das gewisse Rechte und Freiheiten gewährleistet werden, die nicht bereits in der Konvention oder im ersten Zusatzprotokoll enthalten sind

centraal orgaan en de daarbij aangesloten instellingen
Zentralorganisation und die ihr angeschlossenen Institute

beslissingen nemen inzake bosbeheer
Entscheidungen hinsichtlich der Forstbewirtschaftung treffen | Entscheidungen hinsichtlich der Waldbewirtschaftung treffen

houthakker | medewerker bosbeheer | bosbouwer | medewerker bosbouw
Forstarbeiter | Forsthelfer | Forstkulturarbeiter | Waldarbeiter/Waldarbeiterin

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

Dit voorstel bepleit een coherente, holistische benadering van het bosbeheer. Daarbij wordt passende aandacht geschonken aan de diverse uit bossen voortvloeiende baten, de samenhang tussen interne en externe bosbeleidsvraagstukken en de totaliteit van de waardeketen van bossen.
Dieser Vorschlag unterstützt einen kohärenten und ganzheitlichen Ansatz in Bezug auf die Waldbewirtschaftung, deckt die vielfältigen Vorteile von Wäldern ab, integriert interne und externe Aspekte der Forstpolitik und geht auf die gesamte Wertschöpfungskette des Waldes ein.

Daarbij moeten ook duurzaam landgebruik en duurzaam bosbeheer (overeenkomstig de EU-bosstrategie[11]) worden meegenomen, alsook – net als bij biobrandstoffen – de indirecte landgebruikeffecten.
Diese Politik sollte sich auch auf die nachhaltige Landnutzung sowie die nachhaltige Waldbewirtschaftung gemäß der EU-Forststrategie[11] erstrecken und, wie im Fall der Biokraftstoffe, auf die Folgen indirekter Landnutzungsänderungen abstellen.

8. herinnert eraan dat bossen circa 90 % van de terrestrische biodiversiteit herbergen, terwijl meer dan een miljard mensen van bossen afhankelijk zijn voor hun levensonderhoud; stelt met bezorgdheid vast dat de stijgende internationale vraag naar houtachtige biomassa een bedreiging vormt voor de biodiversiteit en bosecosystemen, waar arme mensen van afhankelijk zijn voor hun levensonderhoud; vreest dat de afhankelijkheid van EU-invoer aanleiding kan geven tot wijdverbreide ontbossing in ontwikkelingslanden, illegale houtkap in de hand kan werken en vrijwillige partnerschapsovereenkomsten in het kader van het actieplan voor wetshandhaving, governance en handel in de bosbouw (Flegt) kan verzwakken; herinnert er eveneens aan dat toegenomen gebruik van biomassa zou kunnen leiden tot intensivering van bosbouwmethoden en beperking van de koolstofopslag in bossen, waardoor het EU-doel van beperking van de verhoging van de klimaattemperatuur tot minder dan 2 graden Celsius in gevaar komt; dringt erop aan dat de EU een actieplan tegen ontbossing en bosdegradatie ontwikkelt dat op internationaal niveau toepasselijk is, ook in ontwikkelingslanden, en daarbij doorgaat met haar initiatieven voor goed bosbeheer, met name in het kader van de Flegt-overeenkomsten;
8. erinnert daran, dass rund 90 % der terrestrischen biologischen Vielfalt auf die Wälder entfallen, und dass die Wälder die Lebensgrundlage für mehr als eine Milliarde Menschen darstellen; nimmt mit Sorge zur Kenntnis, dass die steigende internationale Nachfrage nach Biomasse aus Holz die biologische Vielfalt und die Waldökosysteme gefährden könnte, von denen die Existenz armer Menschen abhängt; befürchtet, dass die Importabhängigkeit der EU der weitverbreiteten Entwaldung in Entwicklungsländern Vorschub leistet, zu illegalem Holzeinschlag führt und die freiwilligen Partnerschaftsvereinbarungen abschwächt, die im Rahmen des Aktionsplans „Rechtsdurchsetzung, Politikgestaltung und Handel im Forstsektor“ (FLEGT) geschlossen wurden; erinnert ferner daran, dass ein erhöhter Verbrauch von Biomasse zu einer Intensivierung von Abholzungsmaßnahmen und einer Reduzierung der Kohlenstoffspeicher der Wälder führen könnte, wodurch das Ziel gefährdet würde, den klimawandelbedingten Temperaturanstieg unter 2° C zu halten; fordert die EU auf, einen Aktionsplan zur Bekämpfung von Entwaldung und Waldschädigung auszuarbeiten, der weltweit – auch in Entwicklungsländern – zur Anwendung kommt, und gleichzeitig ihre Initiativen zur Förderung einer verantwortungsvollen Waldbewirtschaftung vor allem mit Hilfe von FLEGT-Abkommen fortzuführen;

19. is van mening dat langetermijnbosplanning flexibel, adaptief en participatief moet zijn, dat daarbij rekening moet worden gehouden met alle denkbare scenario's en voldoende ruimte moet worden gelaten voor de overweging van meerdere toekomstige ontwikkelingsalternatieven, zodat een realistische en betrouwbare basis voor het ondersteunen van besluiten in verband met bosbeheer wordt verschaft; is voorts van mening dat deze planning op Europees niveau in de vorm van een permanent „Bossenforum” moet worden gegoten, met als doel de bescherming van de Europese bossen op lange termijn te garanderen;
19. vertritt die Ansicht, dass die langfristige Waldplanung flexibel, anpassungsfähig und partizipativer Natur sein sollte, wobei alle denkbaren Szenarien berücksichtigt, die Prüfung verschiedener Optionen für die künftige Entwicklung ermöglicht und eine realistische und verlässliche Grundlage zur Unterstützung der Entscheidungsfindung für die Bewirtschaftung geschaffen werden sollten; ist zudem der Ansicht, dass dies auf der Ebene der EU in Form eines ständigen „Forstforums“ geschehen sollte, um einen langfristigen Schutz der Wälder zu gewährleisten;

49. verzoekt de lidstaten het onderzoek naar de klimaatverandering en de gevolgen daarvan voor bossen krachtig te stimuleren, voor een breder bewustzijn te zorgen ten aanzien van de betekenis van bossen op verschillende vlakken en ten aanzien van het belang van duurzaam bosbeheer, de opleiding en bijscholing van bosarbeiders te steunen en daarbij bijzondere aandacht te besteden aan die kennisgebieden die als gevolg van de klimaatverandering naar verwachting bijzonder belangrijk zullen worden (bevorderen van diversiteit, schadepreventie en herstel), en de uitwisseling van kennis en ervaring te bevorderen;
49. fordert die Mitgliedstaaten auf, die Forschung über den Klimawandel und seine Folgen für den Wald voranzutreiben, breite Bewusstseinsbildung über die vielfältige Bedeutung des Waldes und die Wichtigkeit seiner nachhaltigen Bewirtschaftung zu fördern, die Aus- und Weiterbildung der in der Forstwirtschaft Beschäftigten zu unterstützen, mit besonderem Augenmerk auf den Fachgebieten, die voraussichtlich infolge des Klimawandels benötigt werden (Förderung der Vielfalt, Schadensvorbeugung und Schadensbewältigung), und den Austausch von Wissen und Erfahrungen zu fördern;

19. is van mening dat langetermijnbosplanning flexibel, adaptief en participatief moet zijn, dat daarbij rekening moet worden gehouden met alle denkbare scenario's en voldoende ruimte moet worden gelaten voor de overweging van meerdere toekomstige ontwikkelingsalternatieven, zodat een realistische en betrouwbare basis voor het ondersteunen van besluiten in verband met bosbeheer wordt verschaft; is voorts van mening dat deze planning op Europees niveau in de vorm van een permanent 'Bossenforum' moet worden gegoten, met als doel de bescherming van de Europese bossen op lange termijn te garanderen;
19. vertritt die Ansicht, dass die langfristige Waldplanung flexibel, anpassungsfähig und partizipativer Natur sein sollte, wobei alle denkbaren Szenarien berücksichtigt, die Prüfung verschiedener Optionen für die künftige Entwicklung ermöglicht und eine realistische und verlässliche Grundlage zur Unterstützung der Entscheidungsfindung für die Bewirtschaftung geschaffen werden sollten; ist zudem der Ansicht, dass dies auf der Ebene der EU in Form eines ständigen „Forstforums“ geschehen sollte, um einen langfristigen Schutz der Wälder zu gewährleisten;

27. erkent dat handel maar al te vaak leidt tot overexploitatie van ecosystemen, met name bossen, in ontwikkelingslanden; dringt er bij de geïndustrialiseerde landen op aan de verantwoordelijkheid op zich te nemen voor de wijdverspreide ontbossing als gevolg van de internationale handel; benadrukt de significante klimaatinvloed van ontbossing en dus de economische langetermijnwaarde en betekenis van het intact houden van bossen; dringt aan op krachtige inspanningen van de EU om een beloningsmechanisme voor het behoud van bestaande bossen ("avoided deforestation") op te nemen in de internationale klimaatonderhandelingen, tezamen met andere krachtige beleidsmaatregelen ter bevordering van handel in natuurlijke hulpbronnen; onderstreept dat beleidsmaatregelen voor een versterkt en duurzaam bosbeheer door het betrokken land moeten worden geïnitieerd, en verzoekt de Commissie daarbij financiële en technische bijstand te verlenen; benadrukt dat bij de bijstandsverlening door de internationale gemeenschap rekening dient te worden gehouden met de kosten van alternatief landgebruik ("opportunity cost"), de kosten van beheer en handhaving van de bescherming, alsmede de uitdagingen in verband met het in goede banen leiden van de politieke overgang bij verdringing van gevestigde belangen; onderstreept dat het ter voorkoming van werkloosheid op het platteland en migratie van het platteland naar de stad van levensbelang is dat er aanvullende programma's komen om te helpen bij het vinden van nieuwe bronnen van inkomsten;
27. stellt fest, dass der Handel häufig eine übermäßige Nutzung von Ökosystemen, insbesondere Wäldern, der Entwicklungsländer bewirkt; fordert die Industriestaaten auf, Verantwortung für die durch den internationalen Handel bedingte umfangreiche Abholzung zu übernehmen; betont die erheblichen Auswirkungen der Abholzung auf das Klima und damit den langfristigen wirtschaftlichen Wert und die Bedeutung der Erhaltung intakter Wälder; fordert seriöse Anstrengungen der Europäischen Union um die Schaffung eines Mechanismus zur Honorierung der "vermiedenen Abholzung" im Rahmen der internationalen Klimaschutz-Verhandlungen, neben anderen energischen politischen Maßnahmen zur Förderung eines verantwortbaren Handels mit natürlichen Ressourcen; betont, dass die einzelnen Länder politische Maßnahmen für eine verstärkte und nachhaltige Forstwirtschaft durchführen sollten, und fordert die Kommission auf, diesbezüglich finanzielle und technische Unterstützung zu leisten; betont, dass die Unterstützung der internationalen Gemeinschaft die Kosten für alternative Flächennutzungen, die Kosten für Verwaltungs- und Schutzmaßnahmen sowie die Herausforderungen im Hinblick auf den Umgang mit dem politischen Wandel, durch den bestehende Interessen zurückgedrängt werden, berücksichtigen sollte; betont, dass ergänzende Programme zur Ermittlung neuer Einkommensquellen von entscheidender Bedeutung sind, um die Arbeitslosigkeit in den ländlichen Gebieten und eine Landflucht zu verhindern;

ZIET IN dat meer werk moet worden geleverd om de synergieën, de samenwerking en de coördinatie en samenhang in de financiering van duurzaam bosbeheer op alle niveaus (mondiaal, regionaal en nationaal) te vergroten en IS daarom VAN OORDEEL dat de toekomstige financieringsregeling de toegang tot en het gebruik van verschillende bestaande en nieuwe financieringsinstrumenten dient te faciliteren en verbeteren, daarbij voort ­bouwend op de samenwerking van de CPF-leden, teneinde te komen tot een gerichte dienstverlening die een betere coördinatie en samenhang tussen deze instrumenten oplevert;
(10) ANERKENNT, dass weitere Arbeiten erforderlich sind, um die Synergien, die Zusammen­arbeit und die Koordinierung sowie die Kohärenz bei der Finanzierung der nachhaltigen Waldbewirtschaftung auf allen Ebenen (weltweit, regional und national) zu verbessern, und IST daher DER AUFFASSUNG, dass die künftige Finanzierungsregelung den Zugang zu den und die Verwendung der verschiedenen bestehenden und sich abzeichnenden Finanzierungsinstrumente im Hinblick auf die Einrichtung einer speziellen Stelle, die Koordi­nierung und die Kohärenz zwischen diesen Instrumenten verstärkt, erleichtern und verbessern und sich dabei auf die Zusammenarbeit der CPF-Mitglieder stützen sollte;