Hoewel het aan de wetgever staat te bepalen onder welke voorwaarden hij een baremische loopbaan wil organiseren voor de personeelsleden van de geïntegreerde politie, zet de Ministerr
aad niet uiteen, en ziet het Hof niet in, wat in het bijzonder het verschil in behandeling kan verantwoorden dat door het bekrachtigde artikel XII. VII. 11 van het koninklijk besluit van 30 maart 2001 in het leven wordt geroepen tussen de houders van een brevet van officier van de gemeentepolitie of van een brevet van hoofdonderofficier van de rijkswacht en de houders van een brevet 2D van de gerechtelijke politie, terwijl de andere bepalingen van het kon
inklijk be ...[+++]sluit die categorieën op voet van gelijkheid plaatsen wanneer het gaat om vrijstelling van opleidingen of het voorbehouden van een aantal vacatures voor bevordering door overgang naar het officierskader (het bekrachtigde artikel XII. VII. 16 van het koninklijk besluit) ».Obwohl es dem Gesetzgeber obliegt, die Bedingungen festzulegen, unter denen er eine Gehalts tabellenlaufbahn für die Personalmitglieder der integrierten Polizei organisieren möchte, legt der Ministerrat nicht dar und erkennt der Hof nicht, was insbesondere den Unterschied rechtfertigt, der durch den bestätigten Artikel XII. VII. 11 des königlichen Erlasses vom 30. März 2001 zwischen den Inhabern eines Brevets als Offizier der Gemeindepolizei oder eines Brevets als höherer Unteroffizier der Gendarmerie und den Inhabern eines Brevets 2D der Gerichtspolizei geschaffen wird, während die anderen Bestimmungen des königlichen E
rlasses diese beide Kategorien gleichste ...[+++]llt hinsichtlich der Befreiung von Ausbildungen oder der Bereitstellung eines Kontingentes von unbesetzten Stellen für die Beförderung durch Zugang zum Offizierskader (Artikel XII. VII. 16 des königlichen Erlasses) ».