Remmen en stoppen: tijdig gas minderen, afremmen of stoppen, waarbij rekening moet worden gehouden met de omstandigheden; anticipatievermogen; gebruik van de verschillende reminrichtingen (alleen categorieën C, C + E, D, D + E); gebruik van andere snelheidsbegrenzers dan remmen (alleen categorieën C, C + E, D, D + E).
Bremsen: rechtzeitiges Verlangsamen, den Umständen angepasstes Bremsen; vorausahnen; Verwendung der verschiedenen Bremssysteme (nur für Klassen C, C + E, D, D + E); andere Systeme zur Geschwindigkeitsreduktion verwenden (nur für Klassen C, C + E, D, D + E).