Vertaling van "centra voor dagopvang en aan de centra voor nachtopvang toegekende " (Nederlands → Duits) :

Het bestaan van een mandaat zou eveneens voortvloeien uit de regels die worden opgelegd bij het besluit van 3 december 2009 dat uitvoering geeft aan de aan de centra voor dagopvang en aan de centra voor nachtopvang toegekende opdrachten, alsook uit het statuut van de erkende voorzieningen, in zoverre zij activiteiten uitoefenen die vallen onder persoonsgebonden aangelegenheden en, wegens de organisatie ervan, niet kunnen worden beschouwd als activiteiten die uitsluitend toebehoren aan de Franse Gemeenschap of de Vlaamse Gemeenschap.
Das Bestehen eines Auftrags ergebe sich ebenfalls aus dem durch den Ausführungserlass vom 3. Dezember 2009 auferlegten Regeln, mit denen die Aufgaben der Tagesbetreuungszentren und der Nachtbetreuungszentren umgesetzt würden, sowie aus dem Statut der zugelassenen Einrichtungen, insofern diese Tätigkeiten ausübten, die zu den personenbezogenen Angelegenheiten gehörten und die aufgrund ihrer Organisation nicht als ausschließlich zur Französischen Gemeinschaft oder zur Flämischen Gemeinschaft gehörend zu betrachten sind.

Ermee rekening houdend dat de zorgactiviteiten die worden verzekerd in de centra voor dagopvang en in de centra voor nachtopvang, geen hoofdbestanddeel vormen van alle daar aangeboden diensten, kunnen die centra niet worden beschouwd als diensten van de gezondheidszorg in de zin van artikel 2, lid 2, onder f), van de richtlijn 2006/123/EG.
Unter Berücksichtigung dessen, dass die Pflegetätigkeiten in Tagesbetreuungszentren und in Nachtbetreuungszentren keinen Hauptbestandteil der Gesamtheit der dort angebotenen Dienstleistungen darstellen, können diese Zentren nicht als Gesundheitsdienstleistungen im Sinne von Artikel 2 Absatz 2 Buchstabe f der Richtlinie 2006/123/EG angesehen werden.

De verwijzende rechter stelt aan het Hof een vraag over het feit dat de service-residenties, de centra voor dagopvang en de centra voor nachtopvang, door de werking van de in het geding zijnde bepalingen van de ordonnantie, een voorlopige werkingsvergunning en vervolgens een erkenning moeten verkrijgen om hun activiteiten te kunnen uitoefenen, waardoor zij op identieke wijze worden behandeld als andere bejaardenvoorzieningen die zich in objectief verschillende situaties zouden bevinden, namelijk de rusthuizen, de centra voor dagverzorging, de voorzieningen die over bedden voor kortverblijf beschikken en de woningen voor bejaarden die niet aan de genoemde richtlijn zijn onderworpen.
Der vorlegende Richter befragt den Gerichtshof darüber, dass durch die Wirkung der betreffenden Ordonnanzbestimmungen die betreuten Wohnungen, die Tagesbetreuungszentren und die Nachtbetreuungszentren eine vorläufige Betriebserlaubnis und anschließend eine Zulassung erhalten müssten, um ihre Tätigkeiten ausüben zu können, so dass sie folglich auf die gleiche Weise behandelt würden wie andere Senioreneinrichtungen, die sich in objektiv unterschiedlichen Situationen befänden, nämlich die Altenheime, die Tagespflegestätten, die Einrichtungen, die über Betten für Kurzaufenthalte verfügten, und die Seniorenwohnungen, die nicht der vorerwähnten Richtlinie unterlägen.

Schenden de artikelen 11 tot 19 van de ordonnantie van de Verenigde Vergadering van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 24 april 2008 betreffende de voorzieningen voor opvang of huisvesting van bejaarde personen de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met het decreet d'Allarde van 2 en 17 maart 1791 en met de richtlijn 2006/123/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende diensten op de interne markt, in zoverre zij de service-residenties, de centra voor dagopvang en de centra voor nachtopvang de verplichting opleggen een voorlopige werkingsvergunning en vervolgens een erkenning te verkrijgen om hun activiteiten te kunnen uitoefenen, en ze gelijkschakelen met andere categorieën van voorzieningen voor bejaarde personen die objectief verschillend zijn, namelijk de rusthuizen, de centra voor dagverzorging, de voorzieningen die over bedden voor kortverblijf beschikken en de woningen voor bejaarden, die, van hun kant, niet aan de genoemde richtlijn worden onderworpen ?
Verstoßen die Artikel 11 bis 19 der Ordonnanz der Vereinigten Versammlung der Gemeinsamen Gemeinschaftskommission vom 24. April 2008 über die Einrichtungen für die Aufnahme und Betreuung von Senioren gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung in Verbindung mit dem d'Allarde-Dekret vom 2. und 17. März 1791 und der Richtlinie 2006/123/EG des Europäischen Parlaments und des Rates vom 12. Dezember 2006 über Dienstleistungen im Binnenmarkt, indem sie den betreuten Wohnungen, den Tagesbetreuungszentren und den Nachtbetreuungszentren die Verpflichtung auferlegen, eine vorläufige Betriebserlaubnis und nachher eine Zulassung für die Ausübung ihrer Tätigkeiten zu erhalten, und sie mit anderen Kategorien von Senioreneinrichtungen, die objektiv verschieden sind, das heißt mit Altenheimen, Tagespflegestätten, Einrichtungen, die über Betten für Kurzaufenthalte verfügen, und Seniorenwohnungen, die ihrerseits nicht der vorerwähnten Richtlinie unterliegen, gleichstellen?

40. Tegen de achtergrond van deze preciseringen staat het aan de verwijzende rechter om na te gaan of de door de centra voor dagopvang en de centra voor nachtopvang als hoofdactiviteit verrichte activiteiten onder het begrip ' diensten van de gezondheidszorg ' in de zin van artikel 2, lid 2, sub f, van richtlijn 2006/123 vallen en of deze centra bijgevolg van de werkingssfeer van deze richtlijn zijn uitgesloten.
40. Im Licht dieser Ausführungen hat das innerstaatliche Gericht zu prüfen, ob die von den Tagesbetreuungszentren und von den Nachtbetreuungszentren in erster Linie verrichteten Tätigkeiten unter den Begriff der ' Gesundheitsdienstleistungen ' im Sinne von Art. 2 Abs. 2 Buchst. f der Richtlinie 2006/123 fallen und ob diese Zentren infolgedessen vom Anwendungsbereich dieser Richtlinie ausgeschlossen sind.

21. benadrukt dat het belangrijk is het macro-economische, sociale en arbeidsmarktbeleid te hervormen teneinde economische en sociale rechtvaardigheid voor vrouwen te waarborgen, strategieën te ontwikkelen ter bevordering van de eerlijke verdeling van rijkdom, een minimuminkomen en behoorlijke lonen en pensioenen te garanderen, het loonverschil tussen mannen en vrouwen te verkleinen, meer kwalitatief hoogwaardige banen voor vrouwen te creëren waaraan rechten verbonden zijn, om hen in staat te stellen te profiteren van hoogwaardige publieke voorzieningen, en de sociale voorzieningen en de plaatselijke dienstverlening te verbeteren, met inbegrip van crèches, peuterspeelzalen en andere vormen van voorschoolse opvang, dagopvang, gemeenschappelijk buurthuizen en centra voor gezinsondersteuning, alsmede „intergenerationele centra”;
21. betont, wie wichtig es ist, die makroökonomischen, sozialpolitischen und arbeitsmarktpolitischen Strategien zu überarbeiten, um für wirtschaftliche und soziale Gerechtigkeit für Frauen zu sorgen, Strategien zur Förderung einer gerechten Verteilung des Wohlstands zu entwickeln, ein Mindesteinkommen und angemessene Löhne und Renten sicherzustellen, das geschlechtsspezifische Lohngefälle zu verringern, mehr höher qualifizierte und mit Rechten verbundene Arbeitsplätze für Frauen zu schaffen, um es Frauen zu ermöglichen, von hochwertigen öffentlichen Dienstleistungen zu profitieren, sowie Sozialleistungen und Nachbarschaftshilfen, einschließlich Kinderkrippen, Kindergärten und andere Formen der vorschulischen Erziehung, Tagesbetreuungsstätten, Freizeit- und Familienzentren und Mehrgenerationenzentren, zu verbessern;

21. benadrukt dat het belangrijk is het macro-economische, sociale en arbeidsmarktbeleid te hervormen teneinde economische en sociale rechtvaardigheid voor vrouwen te waarborgen, strategieën te ontwikkelen ter bevordering van de eerlijke verdeling van rijkdom, een minimuminkomen en behoorlijke lonen en pensioenen te garanderen, het loonverschil tussen mannen en vrouwen te verkleinen, meer kwalitatief hoogwaardige banen voor vrouwen te creëren waaraan rechten verbonden zijn, om hen in staat te stellen te profiteren van hoogwaardige publieke voorzieningen, en de sociale voorzieningen en de plaatselijke dienstverlening te verbeteren, met inbegrip van crèches, peuterspeelzalen en andere vormen van voorschoolse opvang, dagopvang, gemeenschappelijk buurthuizen en centra voor gezinsondersteuning, alsmede "intergenerationele centra";
21. betont, wie wichtig es ist, die makroökonomischen, sozialpolitischen und arbeitsmarktpolitischen Strategien zu überarbeiten, um für wirtschaftliche und soziale Gerechtigkeit für Frauen zu sorgen, Strategien zur Förderung einer gerechten Verteilung des Wohlstands zu entwickeln, ein Mindesteinkommen und angemessene Löhne und Renten sicherzustellen, das geschlechtsspezifische Lohngefälle zu verringern, mehr höher qualifizierte und mit Rechten verbundene Arbeitsplätze für Frauen zu schaffen, um es Frauen zu ermöglichen, von hochwertigen öffentlichen Dienstleistungen zu profitieren, sowie Sozialleistungen und Nachbarschaftshilfen, einschließlich Kinderkrippen, Kindergärten und andere Formen der vorschulischen Erziehung, Tagesbetreuungsstätten, Freizeit- und Familienzentren und Mehrgenerationenzentren, zu verbessern;

10. benadrukt dat het belangrijk is het macro-economische, sociale en arbeidsmarktbeleid te hervormen teneinde economische en sociale rechtvaardigheid voor vrouwen te waarborgen, strategieën te ontwikkelen ter bevordering van de eerlijke verdeling van rijkdom, een minimuminkomen en behoorlijke lonen en pensioenen te garanderen, het loonverschil tussen mannen en vrouwen te verkleinen, meer kwalitatief hoogwaardige banen voor vrouwen te creëren waaraan rechten verbonden zijn, om hen in staat te stellen te profiteren van hoogwaardige publieke voorzieningen, en de sociale voorzieningen en de plaatselijke dienstverlening te verbeteren, met inbegrip van crèches, peuterspeelzalen en andere vormen van voorschoolse opvang, dagopvang, gemeenschappelijk buurthuizen en centra voor gezinsondersteuning, alsmede "intergenerationele centra";
10. betont, wie wichtig es ist, die makroökonomischen, sozialpolitischen und arbeitsmarktpolitischen Strategien zu überarbeiten, um für wirtschaftliche und soziale Gerechtigkeit für Frauen zu sorgen, Strategien zur Förderung einer gerechten Verteilung des Wohlstands zu entwickeln, ein Mindesteinkommen und angemessene Löhne und Renten sicherzustellen, das geschlechtsspezifische Lohngefälle zu verringern, mehr höher qualifizierte und mit Rechten verbundene Arbeitsplätze für Frauen zu schaffen, um es Frauen zu ermöglichen, von hochwertigen öffentlichen Dienstleistungen zu profitieren, sowie Sozialleistungen und Nachbarschaftshilfen, einschließlich Kinderkrippen, Kindergärten und andere Formen der vorschulischen Erziehung, Tagesbetreuungsstätten, Freizeit- und Familienzentren und Mehrgenerationenzentren, zu verbessern;

In dit stadium is de Commissie de mening toegedaan dat deze diverse vrijstellingen voldoen aan alle vier de criteria die kenmerkend zijn voor staatssteun: het betreft immers kennelijk 1) economische voordelen 2) die met staatsmiddelen worden bekostigd en 3) alleen aan bepaalde ondernemingen de centra worden toegekend, en die, vanwege het multinationale karakter van de groepen waartoe deze centra behoren, 4) de mededinging en het handelsverkeer tussen de lidstaten ongunstig dreigen te beïnvloeden.
So ist die Kommission derzeit der Ansicht, dass diese verschiedenen Steuerbefreiungsmaßnahmen kumulativ die vier Kriterien der Definition einer staatlichen Beihilfe erfüllen: Sie können (1) wirtschaftliche Vorteile darstellen, (2) aus staatlichen Mitteln (3) ausschließlich bestimmten Unternehmen - den Koordinierungsstellen - gewährt werden und (4) drohen aufgrund des multinationalen Charakters der Gruppen, denen sie angehören, den Wettbewerb und den Handel zwischen Mitgliedstaaten zu verfälschen.

Internationale centra voor Steun aan het internationaal land- landbouwonderzoek van de bouwonderzoek. Bijdrage tot de CGIAR begroting 1993 van de internationale 10 000 000 ECU onderzoekscentra GIFT Dit programma vormt een vervolg op de steun van de Gemeenschap die voor de eerste maal in 1977 werd toegekend aan de Internationale centra voor landbouwonderzoek die werden gesponserd door de Adviesgroep voor Landbouwonderzoek (CGIAR). Het betreft de 7 onderzoekscentra (CIAT, CIMMYT, CIP, ICRISAT, IIMI, IRRI, and ISNAR), die reeds bijstand ontvingen, en CIFOR en ICLARM.1 Het programma ligt in de lijn van de algemene richtsnoeren voor 1991-95 betreffende de hulp aan ALA-ontwikkelingslanden, die bepalen dat de totnogtoe door de Gemeenschap vertrekte steun aan het internationaal landbouwonderzoek wordt voortgezet.
Internationale Zentren Hilfe für die internationale für Agrarforschung der GCAR Agrarforschung 10 000 000 ECU Beitrag zu den Haushaltsplänen NICHTRÜCKZAHLBARER ZUSCHUSS 1993 der internationalen Forschungszentren Bei dem Programm handelt es sich um die Fortsetzung der 1977 eingeleiteten Gemeinschaftsmaßnahme zugunsten der unter dem Partronat der Beratungsgruppe für internationale Agrarforschung (CGIAR) stehenden internationalen Agrarforschungszentren (ICAR). Hier geht es um die sieben bereits seit längerem unterstützten Zentren (CIAT, CIMMYT, CIP, ICRISAT, IIMI, IRRI und ISNAR), zu denen CIFOR und ICLARM hinzugekommen sind(*) Das Programm steht im Einklang mit den allgemeinen Leitlinien für die Hilfe an die ALA-Entwicklungsländer 1991-95; dort heißt es, daß die bisherige Unterstützung der internationalen Agrarforschung durch die Gemeinschaft fortgesetzt wird (*) CIAT - Centre Internacional de Agricultura Tropical CIMMYT - International Maize and Wheat Improvement Centre CIP - International Potato Center ICRISAT - International Crops Research Institute for the Semi-Arid Tropics IRRI - Internationales Reisforschungs-Institut ISNAR - International Service for National Agricultural Research IIMI - International Irrigation Management Institute ICLARM - International Center for Living Aquatic Resources Management CIFOR - Centre for International Forestry Research Seit 1990 unterstützt die CGIAR 18 internationale Agrarforschungszentren.