(9) Voor bestaande werkzame stoffen waarvoor geen kennisgeving voor specifieke productsoorten is gedaan, dienen volgens de procedure van artikel 28, lid 3, van de richtlijn besluiten te worden vastgesteld waarin wordt bepaald dat deze stoffen in het kader van het beoordelingsprogramma voor deze productsoorten niet in bijlage I of bijlage IA bij de richtlijn kunnen worden opgenomen.
(9) In Bezug auf alte Wirkstoffe, die für bestimmte Produktarten nicht notifiziert worden sind, sollten nach dem Verfahren des Artikels 28 Absatz 3 der Richtlinie Entscheidungen des Inhalts erlassen werden, dass die betreffenden Stoffe im Rahmen des Prüfprogrammes für diese Produktarten nicht in die Anhänge I oder IA der Richtlinie aufgenommen werden können.