Talrijke en vaak drastische gevallen van inbreuken op de rechten van mensen die, enkel maar omwille van hun christelijk geloof, als tweederangsburgers worden behandeld, zijn het bewijs van de inbreuk op de grondbeginselen van menselijke vrijheid: de vrijheid om een geloof te belijden.
Zahlreiche und oft gravierende Fälle von Verletzungen der Rechte von Menschen, die allein aufgrund ihres christlichen Glaubens als Bürger zweiter Klasse behandelt werden, belegen die Verletzung des Grundprinzips der Freiheit des Menschen: der Freiheit der Religionsausübung.