Daarbij gold ook een maximum voor het absolute bedrag van de steun. Na de formele onderzoekprocedure te hebbe
n ingeleid heeft de Commissie deze steun verenigbaar verklaard op grond van artikel 87, lid 3, onder c), van het Verdrag, met het argument dat de ontwik
keling van de korte vaart past binnen de doelstellingen van het gemeenschappelijk
vervoerbeleid: "In haar mededeling over de ontwikkeling van de korte vaart heeft de Commissi
...[+++]e de nadruk gelegd op de betekenis van deze wijze van vervoer voor de bevordering van duurzame en veilige mobiliteit, voor de versterking van de cohesie binnen de Unie en voor de verhoging van de doeltreffendheid van het vervoer bij een intermodale aanpak.