Het Gerecht concludeerde vervolgens dat het bestaan van een voordeel resulteert uit de loutere omschrijving van het prijsdifferentiatiemechanisme, met name een compensatiemechanisme, dat bedoeld is om een onderneming te bevrijden van de betaling van een deel van de elektriciteitskosten die nodig zijn voor de vervaardiging van haar producten die zij op het grondgebied van de Unie in de handel brengt (29).
Das Gericht stellte fest, dass sich das Vorliegen eines Vorteils bereits aus der Beschreibung des Preisdifferenzierungsmechanismus ergebe, d. h. eines Ausgleichsverfahrens, das ein Unternehmen von der Zahlung eines Teils der Stromkosten befreien sollte, die für die Herstellung der Waren, mit denen es auf dem Unionsgebiet handelt, erforderlich waren (29).