3. wijst erop dat de huidige financieringsprogramma's voor onderwijs, jeugd, media en cultuur een Europese toegevoegde waarde genereren door bundeling van middelen en versterking van de samenwerking; benadrukt dat deze programma's bijdragen aan de economie van de EU en merkt op dat ze zijn ontwikkeld in overeenstemming met de behoeften van de betrokken sectoren, hoge uitvoeringspercentages laten zien en opmerkelijke hefboom- en doorwerkingseffecten opleveren;
3. weist darauf hin, dass bei den derzeitigen Bildungs-, Jugend-, Medien- und Kulturfinanzierungsprogrammen durch eine Zusammenlegung von Ressourcen und eine Stärkung der Zusammenarbeit ein europäischer Zusatznutzen geschaffen wird; hebt hervor, dass diese Programme zur Wirtschaft der EU beitragen, und stellt fest, dass sie den Bedürfnissen der betroffenen Sektoren entsprechend ausgearbeitet wurden, einen hohen Umsetzungsgrad aufweisen und eine beachtliche Hebelwirkung und einen beachtlichen Ausstrahlungseffekt erzeugen;