Het in het geding zijnde artikel 481 van het Wetboek van strafvordering bepaalt aldus dat de aangiften of de klachten die worden ontvangen inzake een wanbedrijf of misdaad dat door een magistraat van het hof van beroep buiten de uitoefening van zijn ambt zou zijn gepleegd, dadelijk worden overgezonden aan de minister van Justitie.
So ist im fraglichen Artikel 481 des Strafprozessgesetzbuches vorgesehen, dass die Anzeigen oder Klagen, die in Bezug auf ein Vergehen oder Verbrechen eingegangen sind, das durch einen Magistrat des Appellationshofes außerhalb der Ausübung seines Amtes begangen wurde, an den Minister der Justiz weitergeleitet werden.