In afwijking van artikel 18, eerste lid, 1° en 3°, van het statuut, moeten de in het eerste lid bedoelde ambtenaren drie jaar anciënniteit tellen in de graad van rang C3 voor de bevordering, door verhoging in graad, tot de graad van rang C2.
In Abweichung von Artikel 18, Absatz 1, 1° und 3° des Statuts, müssen die in Absatz 1 erwähnten Beamten für die Beförderung durch Aufsteigen im Dienstgrad in den Dienstgrad des Ranges C2 ein Dienstalter von drei Jahren im Grad C3 haben.