De grootste afzonderlijke bijdrage komt van Japan (ongeveer 20% van de totale bijstand), gevolgd door de EVA-landen (Zwitserland, Zweden, Oostenrijk, Noorwegen, Finland die samen 17% hebben ingebracht).
Hiervon war Japan mit Abstand der größte Geldgeber (rund 20 % der Gesamthilfen), gefolgt von den EFTA-Staaten (Schweiz, Schweden, Österreich, Norvegen, Finnland) (insgesamt 17 %).