Daarnaast is naar voren gebracht dat de Raad, als hi
j uit hoofde van de derde pijler handelt, uitsluitend aanvullende bevoegdheden heeft; als de Commissie het noodzakelijk acht uit hoofde van de eerste
pijler te handelen, mogen daara
an voorafgaand geen maatregelen uit hoofde van de derde
pijler worden genomen: een dergelijke maatregel (in het onderhavige geval, het ontwerpkaderbesluit van december 2001) zou bij het Hof van Jus
titie kunnen worden ...[+++]aangevochten en nietig worden verklaard.
Ferner wurde das Argument vertreten, dass der Rat, wenn er gemäß dem dritten Pfeiler tätig wird, lediglich ergänzende Befugnisse hat, und dass, wenn die Kommission es für notwendig hält, gemäß dem ersten Pfeiler tätig zu werden, nicht prioritär eine Maßnahme gemäß dem dritten Pfeiler ergriffen werden kann: gegen eine etwaige derartige Maßnahme (im vorliegenden Fall der Entwurf des Rahmenbeschlusses vom Dezember 2001) könnte beim Gerichtshof Nichtigkeitsklage erhoben werden.