(1) de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waar zij gevestigd zijn (zoals gedefinieerd in artikel 6, lid 6) in kennis stellen van het eerste gebruik van de vergunning binnen dertig dagen na de datum waarop de eerste uitvoer plaatsvindt of, op verzoek van de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waar de exporteur is gevestigd, vóór het eerste gebruik van de algemene uitvoervergunning.
(1) die zuständigen Behörden des Mitgliedstaats, in dem er (entsprechend der Definition in Artikel 6 Absatz 6) niedergelassen ist, vom ersten Gebrauch dieser Genehmigung spätestens 30 Tage, nachdem die erste Ausfuhr stattgefunden hat, bzw. entsprechend der Anordnung der Behörde des Mitgliedstaats, in dem er niedergelassen ist, vor dem ersten Gebrauch dieser allgemeinen Ausfuhrgenehmigung unterrichten.