Overwegende dat artikel 3 , onder b ) , van Verordening ( EEG ) nr . 662/69 en artikel 18 , lid 1 , onder b ) , van Verordening ( EEG ) nr . 685/69 van de Commissie van 14 april 1969 betreffende de uitvoeringsbepalingen van de interventiemaatregelen op de markt voor boter en room ( 4 ) , laatstelijk gewijzigd bij Verordening ( EEG ) nr . 1064/69 ( 5 ) , het maximumgewicht van de in de handel gebrachte pakjes , voor de
boter bestemd voor directe consumptie ,
op 500 gram hebben vastgesteld ; dat de toepassing van deze voorschriften in bepaalde Lid-Staten moeilijkheden heeft mee
gebracht ; ...[+++] dat het dienstig is , ten einde deze toestand te verhelpen , aan de Lid-Staten de mogelijkheid te bieden een lager maximumgewicht vast te stellen ; Artikel 3 Buchstabe b) der Verordnung (EWG) Nr. 662/69 und Artikel 18 Absatz 1 Buchstabe b) der Verordnung (EWG) Nr. 685/69 der Kommission vom 14. April 1969 über Durchführungsbestimmungen für die Interventionen auf dem Markt für Butter und Rahm (4), zuletzt geändert durch die Verordnung (EWG) Nr. 1064/69 (5), haben das Hoechstgewicht der vermarkteten Packungen für die zum direkten Verbrauch bestimmte Butter auf 500 Gramm festgesetzt. Die Anwendung dieser Vorschriften hat in verschiedenen Mitgliedstaaten Schwierigkeiten verursacht.