3.1 Wanneer het bedwelmen, het aanhaken, het ophangen en het laten verbloeden van de dieren door dezelfde persoon worden uitgevoerd, moet die persoon al deze handelingen achtereenvolgens bij één bepaald dier hebben uitgevoerd voordat hij met de uitvoering daarvan bij een ander dier begint.
3.1. Die für die Betäubung, das Einhängen, das Hochziehen und die Entblutung von Tieren zuständige Person muss die betreffenden Tätigkeiten erst an ein und demselben Tier durchführen, bevor sie damit an einem anderen Tier beginnt.