Blijkens artikel 221 VWEU en artikel 5 van besluit 2010/427 tot vaststelling van de organisatie en werking van de Europese dienst voor extern optreden (EDEO) zorgen de
delegaties voor de diplomatieke vertegenwoordiging van de Unie overeenkomstig het Verdrag van Wenen inzake diplomatiek verkeer van 18 april 1961 en staan zij onde
r gezag van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, zodat het besluit om een delegatiehoofd terug te roepen naar het hoofdkantoor als zodanig niet kan worden genomen
...[+++]door de uitvoerend directeur van de Europese Dienst voor extern optreden en de directeur Personeelszaken.
Aus Art. 221 AEUV und Art. 5 des Beschlusses 2010/427 des Rates über die Organisation und die Arbeitsweise des Europäischen Auswärtigen Dienstes (EAD) ergibt sich, dass die Delegationen die diplomatische Vertretung der Union nach dem Wiener Übereinkommen über diplomatische Beziehungen vom 18. April 1961 gewährleisten und dem Hohen Vertreter der Union für Außen- und Sicherheitspolitik unterstehen, so dass die Entscheidung, einen Delegationsleiter an den Sitz zurückzuberufen, als solche nicht dem Exekutivdirektor des EAD und Direktor für Personalfragen zukommen kann.