2. Ten hoogste 1 % van de toewijzingen van het programma Een Leven Lang Leren kan worden besteed aan ondersteuning van de deelname aan de in het programma Een Leven Lang Leren plaatsvindende partnerschaps-, project- en netwerkactiviteiten van partners uit derde landen die niet uit hoofde van de bepalingen in artikel 7 aan het programma Een Leven Lang Leren mogen deelnemen.
(2) Bis zu 1 % der Haushaltsmittel des Programms für lebenslanges Lernen kann dafür verwendet werden, die Beteiligung von Partnern aus Drittländern, die nicht gemäß den Bestimmungen von Artikel 7 an dem Programm teilnehmen, an im Rahmen des Programms organisierten Partnerschaften, Projekten und Netzen zu unterstützen.