De verzoekende partijen doen derhalve niet blijken van het vereiste belang bij de vernietiging van artikel 5/3 van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, zoals ingevoegd bij het bestreden artikel 4.
Die klagenden Parteien weisen daher nicht das erforderliche Interesse an der Nichtigerklärung von Artikel 5/3 der koordinierten Gesetze über den Staatsrat, eingefügt durch den angefochtenen Artikel 4, auf.