Staan de artikelen 18 en 21 VWEU in de weg aan de toepassing van nationale bepalingen, zoals in casu aan de orde, waarbij het recht om in civiele zaken die aanhangig zijn bij rechterlijke instanties in de provincie Bozen [gebruik te maken van] de Duitse taal enkel wordt toegekend aan Italiaanse staatsburgers die in de provincie Bozen verblijfplaats hebben en niet ook aan de burgers van andere EU-lidstaten, ongeacht of zij verblijfplaats hebben in de provincie Bozen?
Steht die Auslegung von Artikel 18 und Artikel 21 AEUV der Anwendung von nationalen Rechtsbestimmungen, wie den hier streitigen, entgegen, welche das Recht, die deutsche Sprache in den vor den Gerichten der Provinz Bozen behängenden zivilrechtlichen Verfahren nur den in der Provinz Bozen ansässigen italienischen Staatsbürgern einräumt, und nicht auch den Angehörigen anderer EU-Mitgliedstaaten, unabhängig von deren Ansässigkeit in der Provinz Bozen ?