5. Voor de bereiding van gedistilleerde dranken als gedefinieerd in artikel 1, lid 4, mogen alleen natuurlijke aromastoffen en aromatiserende preparaten worden gebruikt, zoals omschreven in artikel 1, lid 2, letter b), onder i), en letter c) van Richtlijn 88/388/EEG, met uitzondering van de in artikel 1, lid 4, letters m), n) en p), gedefinieerde gedistilleerde dranken.
(5) Bei der Herstellung der in Artikel 1 Absatz 4 definierten Spirituosen dürfen nur natürliche Aromastoffe und Aromäxtrakte im Sinne von Artikel 1 Absatz 2 Buchstabe b) Ziffer i) und Buchstabe c) der Richtlinie 88/388/EWG zugesetzt werden; ausgenommen sind hiervon die in Artikel 1 Absatz 4 Buchstaben m), n) und p) definierten Spirituosen.