3. Schendt de wet van 1 mei 1939 waarbij aan de Koning bepaalde machten worden toegekend met het oog op de sanering en het evenwicht van de openbare financiën, het creëren van gunstigere omstandigheden voor de ontwikkeling van de nationale economie en door te
voorzien in andere dringende noodzakelijkheden (B.S., 6 mei 1939, Pasin., 1939, 182) de artikelen 10 en 11 van de Grondwet doordat zij niet werd bekrachtigd door de Kamer van volksvertegenwoordigers en de Senaat, zoals
voorzien in artikel 2 van die wet, waardoor aan de categorie van rechtsonderhorigen die onder de toepassing van deze wet val
...[+++]len de grondwettelijk gewaarborgde tussenkomst van een democratisch verkozen beraadslagende vergadering wordt ontnomen ?3. Verstösst das Gesetz vom 1. Mai 1939 zur Erteilung bestimmter Befugnisse an den König im Hinblick auf die Sanierung und die Herstellung des Gleichgewichts der öffentlichen Finanzen, die Schaffung günstigerer Voraussetzungen für die Entwicklung der nationalen Wirtschaft und
die Deckung anderer dringender Bedürfnisse (Belgisches Staatsblatt vom 6. Mai 1939, Pasin., 1939, 182) gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem es nicht vom Abgeordnetenkammer und vom Senat bestätigt wurde, so wie es in Artikel 2 dieses Gesetzes vorgesehen ist, wodurch der Kategorie von Rechtsuchenden, auf die dieses Gesetz Anwendung findet, das verfassungs
...[+++]mässig gewährleistete Auftreten einer demokratisch gewählten beratenden Versammlung versagt wird?