Daarenboven voerde BPI aan dat de maatregel niet aan de Duitse staat kan worden toegerekend omdat de omzetting van artikel 4, lid 2, van Richtlijn 89/105/EEG door Duitsland rechtstreeks door het primaire recht van de Unie is voorgeschreven, namelijk door de artikelen 15, 16 en 52 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (8) (hierna „het Handvest” genoemd).
Darüber hinaus argumentierte der BPI, dass die Maßnahme nicht dem deutschen Staat zuzurechnen sei, da die Umsetzung des Artikels 4 Absatz 2 der Richtlinie 89/105/EWG durch Deutschland unmittelbar durch das Primärrecht der Union vorgeschrieben sei, und zwar durch die Artikel 15, 16 und 52 der Charta der Grundrechte der Europäischen Union (8) (im Folgenden „Charta“).