4. erkent dat
interinstitutionele samenwerking nuttig kan zijn in termen van schaalvoordelen en met het oog op de efficiency, maar dat zij ook de onafhankelijkheid of identiteit van een instelling kan ondergraven; is van oordeel dat met het
oog op bovenstaande elementen naar een juist evenwicht tussen alle instellingen moet worden gestreefd; verzoekt de secretarissen-generaal verslag uit te brengen over hun samenwerking; verwacht voor 1 juli 2007 informatie te ontvangen over de kwaliteits-, efficiency- en financiële aspecten en ook
...[+++] over de mogelijke voor- en nadelen van de interinstitutionele samenwerking, met inbegrip van de kwaliteit en de efficiency van de diensten die verstrekt worden door de bureaus en organen die in het kader van de samenwerking zijn opgezet; 4. erkennt an, dass eine interinstitutionelle Zusammenarbeit im Hinblick auf größenbedingte Einsparungen und mit Blick auf die Effizienz von Nutzen sein, jedoch auch die Unabhängigkeit bzw. Identität eines
Organs untergraben kann; vertritt die Auffassung, dass sich alle Organe um den korrekten Ausgleich bei den v
orstehend genannten Elementen bemühen sollten; fordert die Generalsekretäre auf, über ihre gegenseitige Zusammenarbeit Bericht zu erstatten; erwartet, bis zum 1. Juli 2007 Informationen über Qualität, Wirksamkeit und finan
...[+++]zielle Aspekte sowie die möglichen Vor- und Nachteile der interinstitutionellen Zusammenarbeit unter den Organen zu erhalten, einschließlich der Qualität und der Effizienz der Dienste, die von den im Rahmen der Zusammenarbeit errichteten Ämtern und Einrichtungen erbracht werden;