Vertaling van "erkenning van door de lidstaten afgegeven bewijzen " (Nederlands → Duits) :

14. Ingeval de verplichtingen van dit artikel met betrekking tot het verstrekken van certificering en opleiding voor een lidstaat tot buitensporige lasten zouden leiden vanwege de geringe bevolkingsomvang en het daaruit voortvloeiend gebrek aan vraag naar dergelijke opleiding en certificering, kan de naleving via de erkenning van in andere lidstaten afgegeven certificaten plaatsvinden.
(14) Würde ein Mitgliedstaat aufgrund der Verpflichtungen dieses Artikels in Bezug auf die Ausstellung von Zertifikaten und Bereitstellung von Ausbildungsmaßnahmen unverhältnismäßig belastet werden, weil seine Bevölkerungszahl gering ist und daher eine mangelnde Nachfrage nach solchen Ausbildungsmaßnahmen und Zertifikaten besteht, kann die Einhaltung der Verpflichtungen dadurch erreicht werden, dass in anderen Mitgliedstaaten ausgestellte Zertifikate anerkannt werden.

1. De wederzijdse erkenning van in andere lidstaten afgegeven certificaten geldt alleen voor certificaten afgegeven in overeenstemming met artikel 4 voor natuurlijke personen en artikel 6 voor bedrijven.
(1) Die gegenseitige Anerkennung von in anderen Mitgliedstaaten ausgestellten Zertifikaten gilt nur für Zertifikate, die gemäß Artikel 4 (natürliche Personen) bzw. gemäß Artikel 6 (Unternehmen) ausgestellt wurden.

1. De wederzijdse erkenning van in andere lidstaten afgegeven certificaten geldt voor certificaten afgegeven in overeenstemming met artikel 3.
(1) Die gegenseitige Anerkennung von in anderen Mitgliedstaaten ausgestellten Zertifikaten gilt für Zertifikate, die gemäß Artikel 3 ausgestellt wurden.

In Richtlijn 2006/126/EG is bepaald dat alle door de lidstaten afgegeven rijbewijzen, met inbegrip van die welke vóór de toepassingsdatum van het beginsel van onderlinge erkenning zijn afgegeven, door de lidstaten onderling worden erkend.
Gemäß der Richtlinie 2006/126/EG sollten alle von den Mitgliedstaaten ausgestellten Führerscheine, einschließlich der vor der Anwendung des Grundsatzes der gegenseitigen Anerkennung ausgestellten, gegenseitig anerkannt werden.

Artikel 3, lid 1, van Richtlijn 2005/45/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 september 2005 betreffende de wederzijdse erkenning van door de lidstaten afgegeven bewijzen van beroepsbekwaamheid van zeevarenden en tot wijziging van Richtlijn 2001/25/EG voorziet in de automatische erkenning van bewijzen van beroepsbekwaamheid van zeevarenden welke overeenkomstig de eisen van Richtlijn 2001/25/EG van het Europees Parlement en de Raad van 4 april 2001 inzake het minimumopleidingsniveau van zeevarenden door de lidstaten zijn afgegeven.
In Artikel 3 Absatz 1 der Richtlinie 2005/45/EG des Europäischen Parlaments und des Rates vom 7. September 2005 über die gegenseitige Anerkennung von Befähigungszeugnissen der Mitgliedstaaten für Seeleute und zur Änderung der Richtlinie 2001/25/EG ist festgelegt, dass die Mitgliedstaaten Befähigungszeugnisse für Seeleute anerkennen, die von einem anderen Mitgliedstaat gemäß den Anforderungen der Richtlinie 2001/25/EG des Europäischen Parlaments und des Rates vom 4. April 2001 über Mindestanforderungen für die Ausbildung von Seeleuten erteilt wurden.

Artikel 3, lid 1, van Richtlijn 2005/45/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 september 2005 betreffende de wederzijdse erkenning van door de lidstaten afgegeven bewijzen van beroepsbekwaamheid van zeevarenden en tot wijziging van Richtlijn 2001/25/EG (2) voorziet in de automatische erkenning van bewijzen van beroepsbekwaamheid van zeevarenden welke overeenkomstig de eisen van Richtlijn 2001/25/EG van het Europees Parlement en de Raad van 4 april 2001 inzake het minimumopleidingsniveau van zeevarenden (3) door de lidstaten zijn afgegeven.
In Artikel 3 Absatz 1 der Richtlinie 2005/45/EG des Europäischen Parlaments und des Rates vom 7. September 2005 über die gegenseitige Anerkennung von Befähigungszeugnissen der Mitgliedstaaten für Seeleute und zur Änderung der Richtlinie 2001/25/EG (2) ist festgelegt, dass die Mitgliedstaaten Befähigungszeugnisse für Seeleute anerkennen, die von einem anderen Mitgliedstaat gemäß den Anforderungen der Richtlinie 2001/25/EG des Europäischen Parlaments und des Rates vom 4. April 2001 über Mindestanforderungen für die Ausbildung von Seeleuten (3) erteilt wurden.

1. Wederzijdse erkenning van in andere lidstaten afgegeven certificaten geldt alleen voor certificaten afgegeven in overeenstemming met artikel 5 voor personeel en artikel 8 voor bedrijven.
(1) Die gegenseitige Anerkennung von Zertifikaten, die in anderen Mitgliedstaaten ausgestellt werden, gilt nur für Zertifikate, die gemäß Artikel 5 (Personal) und gemäß Artikel 8 (Unternehmen) ausgestellt wurden.

(7) Daar de doelstelling van deze verordening, namelijk de erkenning van door één lidstaat afgegeven FTD/FRTD door de overige lidstaten, die zijn gebonden door de bepalingen van het Schengenacquis inzake de overschrijding van buitengrenzen, niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt en derhalve wegens de omvang ervan beter door de Gemeenschap kan worden verwezenlijkt, kan de Gemeenschap overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag neergelegde subsidiariteitsbeginsel maatregelen nemen.
(7) Da das Ziel der beabsichtigten Maßnahme, nämlich die Anerkennung der von einem Mitgliedstaat ausgestellten FTD/FRTD durch die anderen Mitgliedstaaten, die durch die Bestimmungen des Schengen-Besitzstands über das Überschreiten der Außengrenzen gebunden sind, auf Ebene der Mitgliedstaaten nicht ausreichend erreicht werden kann und daher wegen des Umfangs der Maßnahme besser auf Gemeinschaftsebene zu erreichen ist, kann die Gemeinschaft im Einklang mit dem in Artikel 5 des Vertrags niedergelegten Subsidiaritätsprinzip tätig werden.

5. De lidstaten nemen de nodige maatregelen opdat de bevoegde instanties de in andere lidstaten overeenkomstig lid 3 afgegeven bewijzen van afgifte erkennen en aanvaarden.
(5) Die Mitgliedstaaten treffen die erforderlichen Maßnahmen, um sicherzustellen, dass ihre zuständigen Behörden die in anderen Mitgliedstaaten gemäß Absatz 3 ausgestellten Verwertungsnachweise gegenseitig anerkennen und akzeptieren.