Als het erom gaat de kandidaturen van de plaatsvervangende rechters die vóór 1 oktober 1993 zijn benoemd « te schiften », dan kan men geen mechanisme invoeren dat, door zijn absoluut karakter, op buitensporige wijze inbreuk maakt op een vermoeden van bekwaamheid dat in 1991 door de wetgever is vastgelegd, zelfs indien, in 1997, dat vermoeden in de tijd is beperkt (cf. eerste middel).
Wenn es darum gehe, die Bewerbungen der stellvertretenden Richter, die vor dem 1. Oktober 1993 ernannt worden seien, « zu selektieren », so könne man keinen Mechanismus einführen, der wegen seiner absoluten Beschaffenheit auf übermässige Weise einer Vermutung der Fähigkeit, die 1991 durch den Gesetzgeber festgelegt worden sei, Abbruch tue, auch wenn 1997 diese Vermutung zeitlich begrenzt worden sei (siehe den ersten Klagegrund).