7. benadrukt de nood aan een dubbele aanpak van de voorwaardelijkheid voor de landen waaraan hulp wordt geboden: een positieve voorwaardelijkheid die door een verhoogde steun aan landen die op het vlak van de mensenrechten vooruitgang boeken, wordt gekenmerkt, en een negatieve voorwaardelijkheid bij ernstige en aanhoudende schendingen van de mensenrechten en de democratische beginselen;
7. beharrt auf der Notwendigkeit, die Hilfe für die Empfängerländer auf zweierlei Weise zu konditionieren, indem im positiven Sinne verstärkt Länder unterstützt werden, die im Bereich der Menschenrechte Fortschritte erzielen, und im negativen Sinne Länder, in denen gegen die Menschenrechte und die Grundsätze der Demokratie in erheblichem Maße und anhaltend verstoßen wird, davon ausgeschlossen bleiben;