Vertaling van "eu-instellingen nog geen ruime praktische " (Nederlands → Duits) :

De Raad van State heeft met betrekking tot de bestreden bepaling opgemerkt : « [...] Nu bij artikel 81 van de Basiswet aan de gedetineerde een recht wordt toegekend om deel te nemen aan de in de gevangenis beschikbare arbeid, en bijgevolg kan worden getwijfeld aan het voorhanden zijn van het wilselement in hoofde van de werkgever, is die ontworpen bepaling niet voor kritiek vatbaar. Daarenboven lijkt het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (hierna : EHRM) aan de staten een zeer ruime beoordelingsvrijheid toe te kennen bij de beoordeling of en eventueel in welke mate gedetineerden aan sociaalrechtelijke regelingen dienen te worden onderworpen. Uit het Europees Verdrag over de rechten van de mens (hierna : EVRM) kan geen plicht worden afgeleid om voor gedetineerden in een arbeidsovereenkomst te voorzien wanneer zij gevangenisarbeid verrichten. Er bestaat derhalve geen enkel bezwaar tegen het wegwerken van de bestaande onduidelijkheid omtrent de juridische kwalificatie van de gevangenisarbeid in de zin van het ontworpen artikel 84, § 4. Door die bepaling wordt evenwel nog geen duidelijkheid verschaft over de vraag wat dan wel het rechtskarakter is van de rechtsverhouding tussen de penitentiaire overheid en de gedetineerde wanneer deze laatste arbeid verricht in de gevangenis, noch over de vraag welke andere arbeidswetgeving dan de wet van 3 juli 1978 van toepassing is op de gevangenisarbeid » (ibid., p. 14).
Der Staatsrat hat in Bezug auf den angefochtenen Artikel 2 bemerkt: « [...] Da durch Artikel 81 des Grundsatzgesetzes den Inhaftierten ein Recht auf Teilnahme an verfügbarer Arbeit im Gefängnis gewährt wird und folglich Zweifel am Bestehen eines Willenselementes auf Seiten des Arbeitgebers erlaubt sind, gibt der Entwurf der Bestimmung keinen Anlass zu Kritik. Darüber hinaus ist ersichtlich, dass der Europäische Gerichtshof für Menschenrechte (nachstehend: EuGHMR) den Staaten eine sehr breite Ermessensbefugnis überlässt, um gegebenenfalls zu bestimmen, in welchem Maße die Inhaftierten Regeln des Sozialrechts unterliegen müssen. Aus der Europäischen Menschenrechtskonvention (nachstehend: EMRK) kann keinerlei Verpflichtung abgeleitet werden, einen Arbeitsvertrag für Inhaftierte, die Gefängnisarbeit verrichten, vorzusehen. Folglich spricht nichts dagegen, die derzeitige Ungenauigkeit hinsichtlich der rechtlichen Einstufung der Gefängnisarbeit zu beseitigen, so wie es im Entwurf von Artikel 84 § 4 geschehen ist. Durch diese Bestimmung wird jedoch noch keine Antwort auf die Frage geboten, welche rechtliche Beschaffenheit dann das Rechtsverhältnis zwischen der Gefängnisbehörde und dem Inhaftierten aufweist, wenn dieser Gefängnisarbeit verrichtet, und ebenfalls nicht darauf, welche anderen Arbeitsrechtsvorschriften als das Gesetz vom 3. Juli 1978 auf die Gefängnisarbeit Anwendung finden (ebenda, S. 14) ».

Tevens zijn waarborgen noodzakelijk met betrekking tot de uitbreiding van de benadering met vier niveaus, daar de EU-instellingen nog geen ruime praktische ervaring met de Lamfalussy-benadering met vier niveaus hebben opgedaan.
Sicherungen im Zusammenhang mit der Ausweitung des Vierstufenkonzepts sind auch deshalb erforderlich, weil die EU-Organe noch nicht über eine umfassende praktische Erfahrung mit dem vierstufigen Lamfalussy-Konzept verfügen.

(11) Tevens zijn waarborgen noodzakelijk met betrekking tot de uitbreiding van de benadering met vier niveaus daar de EU-instellingen nog geen uitgebreide praktische ervaring met de Lamfalussy-benadering met vier niveaus hebben opgedaan.
(11) Sicherungen im Zusammenhang mit der Ausweitung des Vier-Stufen-Konzepts sind auch deshalb erforderlich, weil die Organe der Europäischen Union noch nicht über eine umfassende praktische Erfahrung mit dem vierstufigen Lamfalussy-Konzept verfügen.

Met betrekking tot het eventuele WTO-panel is uw rapporteur van mening dat het invoerverbod verdedigbaar is overeenkomstig artikel XX, letter a), van de GATT (bescherming openbare zeden), daar de morele verontrusting van de Europese burger in ruime mate kenbaar is gemaakt en onderbouwd, en aangezien er geen praktisch uitvoerbare maatregel die de handel minder beperkt beschikbaar is om deze verontrusting adequaat aan te pakken.
Was das WTO-Panel anbelangt, so vertritt die Verfasserin der Stellungnahme die Ansicht, dass ein Verbot gemäß Artikel XXa des GATT (Schutz der öffentlichen Moral) gerechtfertigt werden kann, da moralische Bedenken der europäischen Öffentlichkeit weithin bekundet und dokumentiert wurden und da es keine praktikable weniger handelsbeschränkende Maßnahme gibt, mit der diesen Bedenken angemessen Rechnung getragen werden könnte.

Overigens blijkt ook uit het commentaar van de Commissie op het gemeenschappelijk standpunt dat de beoogde opleiding voorziet in ruim 90% van de theoretische en praktische kennis die nodig is met het oog op de verwerving of opwaardering van het rijbewijs (inclusief eventuele specialisaties) voor het besturen van bedrijfsvoertuigen en vrachtwagens, waardoor de "opleidingscentra" als enige algemeen bevoegde instellingen uiteindelijk in de plaats zouden treden van de "autorijscholen" als zodanig.
Im Übrigen enthält – wie auch aus den Bemerkungen der Kommission zum Gemeinsamen Standpunkt hervorgeht – die geforderte Ausbildungsart praktisch über 90 % der theoretischen und praktischen Kenntnisse für den Erwerb oder die Erweiterung des Führerscheins (und eventueller Spezialisierungen) für Nutzfahrzeuge, weshalb die allein und allgemein vorgesehenen „Ausbildungsstätten“ letzten Endes an die Stelle der „Fahrschulen“ träten.

« Schendt artikel 44bis van de op 7 augustus 1987 gecordineerde wet op de ziekenhuizen, ingevoegd bij artikel 29 van de wet van 21 december 1994 houdende sociale en diverse bepalingen, in die zin geïnterpreteerd dat het het aantal hartcatheterisatiediensten voor invasief onderzoek, het aantal hartcatheterisatiediensten voor interventionele cardiologie, het aantal diensten voor chronische hemodialyse in een ziekenhuis en het aantal diensten voor collectieve autodialyse beperkt tot het aantal diensten dat daadwerkelijk erkend was op de datum van bekendmaking van de wet van 21 december 1994, de artikelen 10 en 11 van de gecoördineerde Grondwet, in zoverre die bepaling een verschil in behandeling in het leven roept tussen de ziekenhuizen waarvan de bovengenoemde diensten, op die toepassingsdatum, reeds erkend waren en de instellingen die hun aanvraag tot erkenning vóór die datum hadden ingediend maar over wier aanvragen de bevoegde minister nog geen uitspraak had gedaan ?
« Verstösst Artikel 44bis des am 7. August 1987 koordinierten Gesetzes über die Krankenhäuser, eingefügt durch Artikel 29 des Gesetzes vom 21. Dezember 1994 über soziale und verschiedene Bestimmungen, dahingehend ausgelegt, dass er die Anzahl der Dienststellen für Herzkatheterisierung für invasive Untersuchungen, die Anzahl der Dienststellen für Herzkatheterisierung für interventionelle Kardiologie, die Anzahl der Dienststellen für chronische Hämodialyse in einem Krankenhaus und die Anzahl der Dienststellen für kollektive Autodialyse auf jene Anzahl der Dienststellen beschränkt, die am Tag der Veröffentlichung des Gesetzes vom 21. Dezember 1994 tatsächlich anerkannt waren, gegen die Artikel 10 und 11 der koordinierten Verfassung, soweit diese Bestimmung einen Behandlungsunterschied zwischen den Krankenhäusern, bei denen die vorgenannten Dienststellen an diesem Anwendungsdatum bereits anerkannt waren, und jenen Krankenhäusern, die ihren Antrag auf Anerkennung zwar vor diesem Datum eingereicht, aber noch keine diesbezügliche Entscheidung des zuständigen Ministers erhalten hatten, einführt?

Het enige rationele argument dat nog een verantwoording kan zijn om tijdens een beperkte overgangsperiode nog plaatsvervangende rechters te kunnen benoemen, is van praktische aard, namelijk de - bijna zeker ongegronde - vrees dat er in de eerste jaren eventueel voor bepaalde vacatures geen geslaagden van het examen of gerechtelijke stagiairs zouden postuleren » (Parl. St., Kamer, 1996-1997, nr. 730/5, p. 2).
Das einzige rationelle Argument, das noch als Rechtfertigung dafür gelten kann, während einer befristeten Übergangsperiode noch stellvertretende Richter ernennen zu können, ist praktischer Art, nämlich die - beinahe sicher unbegründete - Angst, dass sich in den ersten Jahren möglicherweise für bestimmte freie Stellen keine Absolventen der Prüfung oder Gerichtsanwärter bewerben würden » (Parl. Dok., Kammer, 1996-1997, Nr. 730/5, S. 2).

Het enige rationele argument dat nog een verantwoording kan zijn om tijdens een beperkte overgangsperiode nog plaatsvervangende rechters te kunnen benoemen, is van praktische aard, namelijk de - bijna zeker ongegronde - vrees dat er in de eerste jaren eventueel voor bepaalde vacatures geen geslaagden van het examen of gerechtelijke stagiairs zouden postuleren » (Gedr. St., Kamer, 1996-1997, nr. 730/5, p. 2).
Das einzige rationelle Argument, das noch als Rechtfertigung dafür gelten kann, während einer befristeten Übergangsperiode noch stellvertretende Richter ernennen zu können, ist praktischer Art, nämlich die - beinahe sicher unbegründete - Angst, dass sich in den ersten Jahren möglicherweise für bestimmte freie Stellen keine Absolventen der Prüfung oder Gerichtsanwärter bewerben würden » (Parl. Dok., Kammer, 1996-1997, Nr. 730/5, S. 2).

Geen enkele regering van een lidstaat beschikt over een permanente volmacht die zo ruim is dat zij buitenlandse beleidskwesties kan behandelen: bijgevolg moet de Raad praktische maatregelen treffen die gericht zijn op een grotere betrokkenheid van het Europees Parlement, b.v. door middel van informatie van de terzake bevoegde commissie.
In keinem Mitgliedstaat verfügt die Regierung über eine so weitreichende Kompetenz in außenpolitichen Fragen. Daher muß der Rat ganz konkret für eine stärkere Einbeziehung des Europäischen Parlaments in diesem Bereich sorgen, beispielsweise durch Unterrichtung des zuständigen Ausschusses.