(2) Zie o.m. arrest van het Hof
van Justitie van de Europese Gemeenschappen van 13 juli
1966 in de gevoegde zaken 56/64 en 58/64, Consten en Grundig/Commissie, Jurispr. 1966, blz. 450; arrest van het Hof
van Justitie van de Europese Gemeenschappen van 30 juni 1966 in zaak 56/65, Technique Minière/Machinenbau Ulm, Jurispr. 1966, blz. 392; arrest van het Gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen van 14 juli 1994 in z
...[+++]aak T-77/92, Parker Pen/Commissie, Jurispr. 1994, blz. II-549.
(2) Siehe u. a. Urteile des Gerichtshofes der Europäischen Gemeinschaften vom 13. Juli 1966 in den verbundenen Rechtssachen 56/64 und 58/64, Consten und Grundig/Kommission, Slg. 1966, 322; vom 30. Juni 1966 in der Rechtssache 56/65, LTM, Slg. 1966, 282; und des Gerichts erster Instanz der Europäischen Gemeinschaften in der Rechtssache T-77/92, Parker Pen/Kommission, Slg. 1994, II-549.