Traduction de «evengoed een gemeenschappelijk europees antwoord nodig zouden » (Néerlandais → Allemand) :

Op persoonlijke titel wil ik zeggen dat, hoewel ik volkomen op de hoogte ben van de meningsverschillen tussen bepaalde landen, ik niet denk dat iemand me kan uitleggen waarom we voor de financiële crisis een gemeenschappelijk Europees antwoord nodig hadden en we voor de economische crisis niet evengoed een gemeenschappelijk Europees antwoord nodig zouden hebben!
Ich bin mir der Unstimmigkeiten zwischen gewissen Ländern sehr wohl bewusst, doch ich persönlich kann mir nicht vorstellen, dass mir jemand erklärt, wir hätten angesichts der Finanzkrise eine gemeinsame europäische Antwort benötigt, angesichts der Wirtschaftskrise sei dies jedoch nicht erforderlich.

Die bepalingen geven echter misschien geen volledig antwoord op omvang, specifieke kenmerken en aspecten van belangrijke projecten van gemeenschappelijk Europees belang, waarvoor mogelijk specifieke bepalingen inzake subsidiabiliteit, procedures en verenigbaarheid nodig zijn, die in deze mededeling worden uiteengezet.
Da diese Vorschriften jedoch unter Umständen nicht die Relevanz, Besonderheiten und Merkmale der IPCEI vollumfänglich abdecken, enthält diese Mitteilung spezifische Vorschriften zur Förderfähigkeit, Vereinbarkeit und entsprechenden Verfahren für IPCEI.

Gezien de geringere hoeveelheid CO2 bij de productie van schroot in Europa, zouden om milieuredenen gerechtvaardigde niet-discriminerende maatregelen kunnen worden overwogen, indien deze nodig zijn om het weglekken van CO2 naar landen buiten de EU aan te pakken, op voorwaarde dat deze niet direct of indirect resulteren in uitvoerbeperkingen; – een wetgevingsvoorstel doen inzake inspecties en controles van afvaltransporten; – overwegen om, naast andere belangrijke essentiële elementen voor de staalproductie, ook cokes van steenkool op te nemen in de lijst van essentiële grondstoffen; – de voornaamste staalproducerende landen buiten de EU benaderen om een overzicht van te krijgen van de sector en de tendensen daarin en om een gemeenschappelijke aanpak te ontwikkelen van de uitdagingen waarvoor zij zich op mondiaal niveau gesteld ziet. op lange termijn: – doorgaan met haar agenda voor liberalisering van de handel via onderhandelingen over vrijhandelsovereenkomsten, teneinde de tarifaire en niet-tarifaire belemmeringen op de markten van derde landen weg te nemen of in aanzienlijke mate te beperken, en te zorgen voor een duurzame toegang tot grondstoffen voor de industrie van de EU, alsook voor een intensievere bevordering van internationale normen voor staalproducten; – in het kader van het project tot modernisering van de handelsbeschermingsinstrumenten, samen blijven werken met het Europees Parlement en de Raad om de antidumping‑ en antisubsidiebasisverordeningen snel bij te werken.
Angesichts der geringeren CO2-Emissionen bei der Aufarbeitung von Schrott in Europa könnten ggf. nichtdiskriminierende Maßnahmen aus Umweltschutzgründen erwogen werden, um eine Verlagerung von CO2-Emissionen in Nicht-EU-Länder zu vermeiden, sofern derartige Maßnahmen keine unmittelbaren oder mittelbaren Ausfuhrbeschränkungen nach sich ziehen; – einen Legislativvorschlag zu Kontrollen der Abfallverbringung vorlegen; – die Aufnahme von Kokskohle und anderer wesentlicher Elemente für die Stahlerzeugung in die Liste kritischer Rohstoffe in Erwägung ziehen; – mit den wichtigsten Erzeugerländern außerhalb der EU zusammenarbeiten, um einen Überblick über den Sektor und seine Trends zu bekommen und gemeinsame Ansätze für die weltweiten Herausforderungen zu entwickeln, vor denen der Wirtschaftszweig steht; langfristig – ihre Agenda der Handelsliberalisierung durch Verhandlungen über FHA fortsetzen und dabei die Abschaffung und substanzielle Verringerung von Zöllen und nichttarifären Handelshemmnissen auf Drittlandsmärkten im Auge behalten, und einen nachhaltigen Zugang zu Rohstoffen für die EU-Industrie sowie eine verstärkte Förderung internationaler Standards für Stahlerzeugnisse sicherstellen; – weiterhin mit dem Rat und dem Europäischen Parlament im Kontext der Modernisierung der handelspolitischen Schutzinstrumente zusammenarbeiten, um rasch die Antidumping- und die Antisubventionsbasisverordnung zu aktualisieren.

21. blijft zich zorgen maken over de waarborging van een continue energievoorziening en de herhaalde gascrises die zich hebben voorgedaan, waaronder de Russisch-Oekraïense crisis van januari 2009, die duidelijk aantonen dat de EU op energiegebied steeds meer is aangewezen op voorzieningsbronnen en doorvoerkanalen waarvan de stabiliteit in gevaar is; onderstreept ook dat het nodig is te voorkomen dat de afhankelijkheid van de EU op energiegebied van derde landen een verzwakking van de onafhankelijkheid van het buitenlands beleid van de EU teweegbrengt; wijst eens te meer op de dringende noodzaak als antwoord op de energieproblematiek te komen met een gemeenschappelijk Europees extern energiebeleid; verzoekt de vice-voorzitter/hoge vertegenwoordiger in dit verband daadwerkelijk gevolg te geven aan de aanbevelingen van het Parlement voor de ontwikkeling van een coherent en gecoördineerd beleid, met name door bevordering van de cohesie van de EU in een constructieve dialoog met de energieleveranciers, met name met Rusland, en met doorvoerlanden, door de ondersteuning van de EU-prioriteiten op energiegebied en de behartiging van de gemeenschappelijke belangen van de lidstaten, door het opzetten van een doeltreffende energiediplomatie en van effectievere mechanismen om crisissituaties het hoofd te bieden en, tenslotte, door bevordering van diversificatie van energieleveranciers, duurzaam energiegebruik en de ontwikkeling van hernieuwbare energiebronnen; onderstreept dat alleen met een eensgezinde EU-benadering eventuele toekomstige tekorten in de olie- en gasvoorziening van de lidstaten kunnen worden voorkomen en de energiezekerheid van de EU als geheel kan worden vergroot;
21. ist nach wie vor besorgt über die Energieversorgungssicherheit und die wiederholten Gaskrisen, wie beispielsweise die russisch-ukrainische Krise vom Januar 2009, welche die zunehmende Abhängigkeit der EU von Lieferquellen und Transitwegen illustriert hat; betont ferner, dass verhindert werden muss, dass die EU im Energiebereich von Drittländern abhängig wird, da dies die Unabhängigkeit der EU-Außenpolitik beeinträchtigen würde; erinnert an die dringende Notwendigkeit, den Herausforderungen im Energiebereich zu begegnen, indem eine gemeinsame europäische Energieaußenpolitik betrieben wird; fordert in diesem Zusammenhang die Vizepräsidentin/Hohe Vertreterin auf, die Empfehlungen des Europäischen Parlaments bezüglich der Entwicklung einer kohärenten und koordinierten Politik entschlossen umzusetzen, insbesondere durch ein geschlossenes Auftreten der Europäischen Union beim konstruktiven Dialog mit Energieversorgern – insbesondere Russland – und Transitländern, das Eintreten für die Prioritäten der EU im Energiebereich, die Verteidigung von gemeinsamen Interessen der Mitgliedstaaten, die Entwicklung einer effizienten Energiediplomatie, die Schaffung wirksamerer Krisenreaktionsmechanismen und schließlich durch die Förderung der Diversifizierung von Energielieferungen, des nachhaltigen Einsatzes von Energie und der Entwicklung erneuerbarer Energieträger; betont, dass nur ein gemeinsames Vorgehen der EU künftige Engpässe bei der Öl- und Gasversorgung der Mitgliedstaaten verhindern und die Energieversorgungssicherheit der gesamten EU erhöhen könnte;

De besluiten van het Finse voorzitterschap na de Europese Raad van 14-15 december 2006 trachten een antwoord te bieden op deze bezorgdheid door de verschillende elementen van een “Europees algeheel beleid inzake migratie”, die zich in de loop van dit jaar zouden moeten vertalen via maatregelen die worden genomen inzake: internationale samenwerking en dialoog met de derde landen; samenwerking tussen de lidstaten inzake de strijd tegen illegale immigratie; het beheer van de grenzen van de Unie; legale migratie; integratie van legale migranten; de concretisering tussen heden en eind 2001 van het gemeenschappelijk Europees asielregime; passende financiële middelen.
In den Schlussfolgerungen des finnischen Ratsvorsitzes nach der Tagung des Europäischen Rates vom 14. und 15. Dezember 2006 wird versucht, eine Antwort auf dieses Anliegen zu geben, indem verschiedene Elemente einer „umfassenden europäischen Migrationspolitik“ zusammengetragen werden, die im Laufe dieses Jahres durch Maßnahmen zu folgenden Punkten umgesetzt werden müssten: internationale Zusammenarbeit und Dialog mit Drittländern; Zusammenarbeit der Mitgliedstaaten bei der Bekämpfung der illegalen Zuwanderung; Schutz der Außengrenzen der Union; legale Migration; Integration der legalen Zuwanderer; Verwirklichung des Gemeinsamen Europäischen Asylsystems bis Ende 2010; Bereitstellung angemessener Ressourcen.

Het door de Commissie voorgestelde besluit is gebaseerd op artikel 23 van de Toetredingsakte, dat luidt: "De Raad kan, met eenparigheid van stemmen, op voorstel van de Commissie en na raadpleging van het Europees Parlement, besluiten tot de aanpassingen van de bepalingen van deze Akte betreffende het gemeenschappelijk landbouwbeleid welke nodig zouden kunnen blijken ten gevolge van een wijziging van de communautaire voorschriften.
Der Vorschlag der Kommission stützt sich im Übrigen auf Artikel 23 des Beitrittsvertrags, der Folgendes besagt: „Der Rat kann einstimmig auf Vorschlag der Kommission und nach Anhörung des Europäischen Parlaments die bei einer Änderung der Gemeinschaftsregelung gegebenenfalls erforderlichen Anpassungen der Bestimmungen dieser Akte über die Gemeinsame Agrarpolitik vornehmen.

20. blijft zich zorgen maken over de waarborging van een continue energievoorziening en de herhaalde gascrises die zich hebben voorgedaan, waaronder de Russisch-Oekraïense crisis van januari 2009, die duidelijk aantonen dat de EU op energiegebied steeds meer is aangewezen op voorzieningsbronnen en doorvoerkanalen waarvan de stabiliteit in gevaar is; onderstreept ook dat het nodig is te voorkomen dat de afhankelijkheid van de EU op energiegebied van derde landen een verzwakking van de onafhankelijkheid van het buitenlands beleid van de EU teweegbrengt; wijst eens te meer op de dringende noodzaak als antwoord op de energieproblematiek te komen met een gemeenschappelijk Europees extern energiebeleid; verzoekt de vice-voorzitter/hoge vertegenwoordiger in dit verband daadwerkelijk gevolg te geven aan de aanbevelingen van het Parlement voor de ontwikkeling van een coherent en gecoördineerd beleid, met name door bevordering van de cohesie van de EU in een constructieve dialoog met de energieleveranciers, met name met Rusland, en met doorvoerlanden, door de ondersteuning van de EU-prioriteiten op energiegebied en de behartiging van de gemeenschappelijke belangen van de lidstaten, door het opzetten van een doeltreffende energiediplomatie en van effectievere mechanismen om crisissituaties het hoofd te bieden en, tenslotte, door bevordering van diversificatie van energieleveranciers, duurzaam energiegebruik en de ontwikkeling van hernieuwbare energiebronnen; onderstreept dat alleen met een eensgezinde EU-benadering eventuele toekomstige tekorten in de olie- en gasvoorziening van de lidstaten kunnen worden voorkomen en de energiezekerheid van de EU als geheel kan worden vergroot;
20. ist nach wie vor besorgt über die Energieversorgungssicherheit und die wiederholten Gaskrisen, wie beispielsweise die russisch-ukrainische Krise vom Januar 2009, welche die zunehmende Abhängigkeit der EU von Lieferquellen und Transitwegen illustriert hat; betont ferner, dass verhindert werden muss, dass die EU im Energiebereich von Drittländern abhängig wird, da dies die Unabhängigkeit der EU-Außenpolitik beeinträchtigen würde; erinnert an die dringende Notwendigkeit, den Herausforderungen im Energiebereich zu begegnen, indem eine gemeinsame europäische Energieaußenpolitik betrieben wird; fordert in diesem Zusammenhang die Vizepräsidentin/Hohe Vertreterin auf, die Empfehlungen des Europäischen Parlaments bezüglich der Entwicklung einer kohärenten und koordinierten Politik entschlossen umzusetzen, insbesondere durch ein geschlossenes Auftreten der Europäischen Union beim konstruktiven Dialog mit Energieversorgern – insbesondere Russland – und Transitländern, das Eintreten für die Prioritäten der EU im Energiebereich, die Verteidigung von gemeinsamen Interessen der Mitgliedstaaten, die Entwicklung einer effizienten Energiediplomatie, die Schaffung wirksamerer Krisenreaktionsmechanismen und schließlich durch die Förderung der Diversifizierung von Energielieferungen, des nachhaltigen Einsatzes von Energie und der Entwicklung erneuerbarer Energieträger; betont, dass nur ein gemeinsames Vorgehen der EU künftige Engpässe bei der Öl- und Gasversorgung der Mitgliedstaaten verhindern und die Energieversorgungssicherheit der gesamten EU erhöhen könnte;

(8) Overwegende dat om een gunstig klimaat voor investeringen en voor de invoering van UMTS tot stand te brengen en de ontwikkeling van heel de Gemeenschap bestrijkende en van pan-Europese en wereldomspannende diensten met de grootst mogelijke dekking mogelijk te maken, snelle en specifieke actie op het niveau van de Gemeenschap nodig is; dat de lidstaten de spoedige en gecoördineerde invoering van compatibele UMTS-netwerken en -diensten in de Gemeenschap mogelijk moeten maken op basis van internemarktbeginselen en, voorzover beschikbaar, op basis van de voor UMTS goedgekeurde of door het Europees Normalisatie-instituut voor telecommunicatie (ETSI) ontwikkelde Europese normen, waaronder met name een gemeenschappelijke, open en internationaal concurrerende radiointerfacenorm; dat uiteenlopende nationale wettelijke en bestuursrechtelijke maatregelen de levering van heel de Gemeenschap bestrijkende en wereldomspannende UMTS-diensten en het vrije verkeer van de daarvoor benodigde apparatuur zouden belemmeren of verhinderen;
(8) Um die Schaffung günstiger Rahmenbedingungen für Investitionen in das UMTS und den Aufbau eines Systems und die Entwicklung sowohl gemeinschaftsweiter wie auch europa- und weltweiter Dienste zu ermöglichen, die einen möglichst großen Raum abdecken, muß auf der Ebene der Gemeinschaft frühzeitig und gezielt gehandelt werden. Die Mitgliedstaaten sollten die rasche und koordinierte Einführung kompatibler UMTS-Netze und -Dienste in der Gemeinschaft nach Grundsätzen des Binnenmarkts und im Einklang mit etwaigen vom Europäischen Institut für Telekommunikationsnormen (ETSI) gebilligten oder entwickelten europäischen Normen für das UMTS ermöglichen; hierzu gehört insbesondere eine gemeinsame, offene und international wettbewerbsfähige Norm für die Funkschnittstelle. Unterschiedliche nationale Rechts- und Verwaltungsvorschriften würden die Bereitstellung gemeinschafts- und weltweiter UMTS-Dienste und den freien Verkehr der entsprechenden Geräte be- oder verhindern.