De verzoeker heeft immers geen belang bij de vernietiging van dezelfde bepaling in zoverre ze betrekking heeft op de andere korpschefs, zoals hij evenmin een belang heeft bij het aanvechten van het derde lid van artikel 43, § 4, ingevoegd in de wet van 15 juni 1935 bij hetzelfde artikel 28 van de aangevochten wet, dat in een taalalternantie voorziet tussen de voorzitter van de Rechtbank van eerste aanleg en de procureur des Konings te Brussel.
Der Kläger hat nämlich kein Interesse an der Nichtigerklärung derselben Bestimmung, insofern sie sich auf die anderen Korpschefs bezieht, und er hat ebenfalls kein Interesse an der Anfechtung des Absatzes 3 von Artikel 43 § 4, eingefügt in das Gesetz vom 15. Juni 1935 durch denselben Artikel 28 des angefochtenen Gesetzes, der einen Wechsel in der Sprachzugehörigkeit zwischen dem Präsidenten des Gerichts erster Instanz und dem Prokurator des Königs von Brüssel vorsieht.