Traduction de «extra bezuinigingen door de raad een belemmering zullen vormen » (Néerlandais → Allemand) :

49. is van mening dat de extra bezuinigingen door de Raad een belemmering zullen vormen voor een afdoende uitvoering van de programma's en acties van rubriek 3; benadrukt dat de bedragen op de OB gehandhaafd moeten worden voor de begrotingsonderdelen "Toezien op de bescherming van rechten en burgers meer zeggenschap geven" en "Bestrijding van discriminatie en bevordering van gelijkheid", die dienen ter uitvoering van het programma Rechten, gelijkheid en burgerschap 2014 – 2020; hanteert daarom de algemene benadering om de bedragen op alle lijnen van deze rubriek weer te verhogen tot het niveau van de OB; besluit daarnaast om op een aantal specifieke lijnen de bedragen te verhogen tot boven de OB, voornamelijk voor de programma's Creatief Europa, Europa voor de burgers en Multimedia-acties en het gemeenschappelijk asielstelsel (met in totaal 53,2 miljoen EUR aan vastleggingen boven de OB, onder meer voor agentschappen en proefprojecten en voorbereidende acties);
49. vertritt die Auffassung, dass die vom Rat vorgeschlagenen zusätzlichen Kürzungen eine ordnungsgemäße Umsetzung von Programmen und Maßnahmen aus Rubrik 3 gefährden werden; betont, dass es wichtig ist, die Mittelansätze aus dem Haushaltsentwurf für die Haushaltslinien „Grundrechtsschutz und Stärkung der Bürgerteilhabe“ und „Förderung von Nichtdiskriminierung und Gleichberechtigung“, über die das Programm Rechte, Gleichstellung und Unionsbürgerschaft 2014–2020 umgesetzt wird, beizubehalten; beschließt daher generell, die im Entwurf des Haushaltsplans vorgesehenen Mittel bei allen Haushaltslinien, die in diese Rubrik fallen, wieder einzusetzen; beschließt ferner, die Mittelansätze für bestimmte Haushaltslinien über den Entwurf des Haushaltsplans hinaus zu erhöhen, wobei dies vor allem die Programme Kreatives Europa, Europa für Bürgerinnen und Bürger sowie Multimedia-Aktionen und das Gemeinsame Europäische Asylsystem betrifft (insgesamt beträgt die Aufstockung über den Haushaltsentwurf hinaus 53,2 Mio. EUR und umfasst auch Agenturen sowie Pilotprojekte und vorbereitende Maßnahmen);

50. is van mening dat de extra bezuinigingen door de Raad een belemmering zullen vormen voor een afdoende uitvoering van de programma's en acties van rubriek 3; benadrukt dat de bedragen op de OB gehandhaafd moeten worden voor de begrotingsonderdelen „Toezien op de bescherming van rechten en burgers meer zeggenschap geven” en „Bestrijding van discriminatie en bevordering van gelijkheid”, die dienen ter uitvoering van het programma Rechten, gelijkheid en burgerschap 2014 – 2020; hanteert daarom de algemene benadering om de bedragen op alle lijnen van deze rubriek weer te verhogen tot het niveau van de OB; besluit daarnaast om op een aantal specifieke lijnen de bedragen te verhogen tot boven de OB, voornamelijk voor de programma's Creatief Europa, Europa voor de burgers en Multimedia-acties en het gemeenschappelijk asielstelsel (met in totaal 53,2 miljoen EUR aan vastleggingen boven de OB, onder meer voor agentschappen, proefprojecten en voorbereidende acties);
50. vertritt die Auffassung, dass die vom Rat vorgeschlagenen zusätzlichen Kürzungen eine ordnungsgemäße Umsetzung von Programmen und Maßnahmen aus Rubrik 3 gefährden werden; betont, dass es wichtig ist, die Mittelansätze aus dem Haushaltsentwurf für die Haushaltslinien „Grundrechtsschutz und Stärkung der Bürgerteilhabe“ und „Förderung von Nichtdiskriminierung und Gleichberechtigung“, über die das Programm Rechte, Gleichstellung und Unionsbürgerschaft 2014–2020 umgesetzt wird, beizubehalten; beschließt daher generell, die im Entwurf des Haushaltsplans vorgesehenen Mittel bei allen Haushaltslinien, die in diese Rubrik fallen, wieder einzusetzen; beschließt ferner, die Mittelansätze für bestimmte Haushaltslinien über den Entwurf des Haushaltsplans hinaus zu erhöhen, wobei dies vor allem die Programme Kreatives Europa, Europa für Bürgerinnen und Bürger sowie Multimedia-Aktionen und das Gemeinsame Europäische Asylsystem betrifft (insgesamt beträgt die Aufstockung über den Haushaltsentwurf hinaus 53,2 Mio. EUR und umfasst auch Agenturen, Pilotprojekte und vorbereitende Maßnahmen);

79. deelt de mening dat er geen „one size fits all”-benadering van MVO kan bestaan, maar erkent dat een overvloed aan verschillende MVO-initiatieven weliswaar bewijst dat het belang van MVO-beleid wordt onderkend, doch extra kosten met zich mee kan brengen, een belemmering kan vormen voor de tenuitvoerlegging ervan en het vertrouwen en de rechtvaardigheid kan ondermijnen; is van mening dat er bij de tenuitvoerlegging van MVO-richtsnoeren voldoende speelruimte moet bestaan voor de specifieke eisen van de afzonderlijke lidstaten en regio´s, met speciale aandacht voor de capaciteit van kmo´s; verwelkomt niettemin de actieve samenwerking van de Commissie, het Parlement en de Raad met andere internationale organen teneinde op de lange termijn een fundamentele convergentie van MVO-initiatieven te verwezenlijken, de uitwisseling en bevordering van goede bedrijfspraktijken met betrekking tot MVO, alsook de bevordering van de in de internationale ISO norm ISO 26 000 vastgelegde richtsnoeren, teneinde tot één allesomvattende, coherente en transparante definitie van MVO te komen; dringt er bij de Commissie op aan een doeltreffende bijdrage te leveren aan de begeleiding en coördinatie van het beleid van de EU-lidstaten om aldus het risico dat er als gevolg van divergente benaderingen extra kosten ontstaan voor in meerdere lidstaten actieve ondernemingen, zo veel mogelijk te beperken;
79. ist ebenfalls der Ansicht, dass es bei der SVU kein Einheitskonzept geben kann, erkennt jedoch an, dass die Fülle verschiedener SVU-Initiativen zwar das Bewusstsein für die Bedeutung der SVU-Strategien deutlich macht, jedoch zusätzliche Kosten verursachen, die Umsetzung der Strategien hemmen und Vertrauen und faire Bedingungen untergraben kann; ist der Auffassung, dass bei der Umsetzung von SVU-Leitlinien genügend Spielraum für die besonderen Anforderungen aller Mitgliedstaaten und Regionen vorhanden sein muss, insbesondere auch hinsichtlich der Kapazitäten von KMU; begrüßt jedoch die aktive Zusammenarbeit der Kommission unter Beteiligung des Parlaments und des Rates mit anderen internationalen Gremien, um langfristig eine grundsätzliche Annäherung der SVU-Initiativen und den Austausch und die Förderung bewährter Geschäftspraktiken im Bereich der SVU zu erreichen und die in der internationalen Norm ISO 26000 festgelegten Leitlinien durchzusetzen, um eine einheitliche globale, kohärente und transparente Definition der SVU sicherzustellen; fordert die Kommission auf, einen wirksamen Beitrag zur Orientierung und Koordinierung der Strategien der EU-Mitgliedstaaten zu leisten, um für Unternehmen, die in mehr als einem Mitgliedstaat tätig sind, das Risiko zusätzlicher Kosten infolge abweichender Vorschriften zu minimieren;

81. deelt de mening dat er geen "one size fits all"-benadering van MVO kan bestaan, maar erkent dat een overvloed aan verschillende MVO-initiatieven weliswaar bewijst dat het belang van MVO-beleid wordt onderkend, doch extra kosten met zich mee kan brengen, een belemmering kan vormen voor de tenuitvoerlegging ervan en het vertrouwen en de rechtvaardigheid kan ondermijnen; is van mening dat er bij de tenuitvoerlegging van MVO-richtsnoeren voldoende speelruimte moet bestaan voor de specifieke eisen van de afzonderlijke lidstaten en regio´s, met speciale aandacht voor de capaciteit van kmo´s; verwelkomt niettemin de actieve samenwerking van de Commissie, het Parlement en de Raad met andere internationale organen teneinde op de lange termijn een fundamentele convergentie van MVO-initiatieven te verwezenlijken, de uitwisseling en bevordering van goede bedrijfspraktijken met betrekking tot MVO, alsook de bevordering van de in de internationale ISO norm ISO 26 000 vastgelegde richtsnoeren, teneinde tot één allesomvattende, coherente en transparante definitie van MVO te komen; dringt er bij de Commissie op aan een doeltreffende bijdrage te leveren aan de begeleiding en coördinatie van het beleid van de EU-lidstaten om aldus het risico dat er als gevolg van divergente benaderingen extra kosten ontstaan voor in meerdere lidstaten actieve ondernemingen, zo veel mogelijk te beperken;
81. ist ebenfalls der Ansicht, dass es bei der SVU kein Einheitskonzept geben kann, erkennt jedoch an, dass die Fülle verschiedener SVU-Initiativen zwar das Bewusstsein für die Bedeutung der SVU-Strategien deutlich macht, jedoch zusätzliche Kosten verursachen, die Umsetzung der Strategien hemmen und Vertrauen und faire Bedingungen untergraben kann; ist der Auffassung, dass bei der Umsetzung von SVU-Leitlinien genügend Spielraum für die besonderen Anforderungen aller Mitgliedstaaten und Regionen vorhanden sein muss, insbesondere auch hinsichtlich der Kapazitäten von KMU; begrüßt jedoch die aktive Zusammenarbeit der Kommission unter Beteiligung des Parlaments und des Rates mit anderen internationalen Gremien, um langfristig eine grundsätzliche Annäherung der SVU-Initiativen und den Austausch und die Förderung bewährter Geschäftspraktiken im Bereich der SVU zu erreichen und die in der internationalen Norm ISO 26000 festgelegten Leitlinien durchzusetzen, um eine einheitliche globale, kohärente und transparente Definition der SVU sicherzustellen; fordert die Kommission auf, einen wirksamen Beitrag zur Orientierung und Koordinierung der Strategien der EU-Mitgliedstaaten zu leisten, um für Unternehmen, die in mehr als einem Mitgliedstaat tätig sind, das Risiko zusätzlicher Kosten infolge abweichender Vorschriften zu minimieren;

19. zal maatregelen om de landbouwsector te helpen de gevolgen van de BSE-crisis te boven te komen, met handhaving van de begrotingsdiscipline, steunen; wenst speciale aandacht te besteden aan de mogelijkheden van een hervorming in rubriek 1a, gezien het feit dat middelen voor maatregelen in het kader van de BSE-crisis de marge in die rubriek zullen blijven verminderen; is van mening dat het verzoek van de Europese Raad van Berlijn in maart 1999 om extra bezuinigingen door te voeren de bijzondere omstandigheden in de landbouwsector tengevolge van de huidige crisis in aanmerking dient te nemen; wijst nogmaals op de specifieke verantwoordelijkheden van de lidstaten in dit verband, en benadrukt de bevoegdheden van de Raad om relevante wetgeving vast te stellen;
19. wird Maßnahmen unterstützen, die dazu dienen sollen, den landwirtschaftlichen Sektor bei der Bewältigung der Konsequenzen der BSE-Krise zu unterstützen, gleichzeitig jedoch die Haushaltsdisziplin aufrechtzuerhalten; beabsichtigt, besondere Aufmerksamkeit den Reformmöglichkeiten in Rubrik 1a zu widmen, da die Mittel für die BSE-Krise die Marge in dieser Rubrik weiter verringern werden; ist der Auffassung, dass die Forderung anlässlich des Europäischen Rates von Berlin im März 1999, sich um weitere Einsparungen zu bemühen, den besonderen Umständen im Agrarsektor aufgrund der derzeitigen Krisen Rechnung tragen sollte; verweist auf die besonderen Verantwortlichkeiten der Mitgliedstaaten und unterstreicht die Befugnisse des Rates, die einschlägigen Rechtsvorschriften zu beschließen;