4. merkt op dat de toepassing van deze regel impliceert dat van het bedrag van circa € 12 miljard dat is vastgelegd voor alle structuurfondsen in 2000, aan het einde van 2002 slechts € 521 miljoen nog moest worden uitbetaald, en derhalve eigenlijk geannuleerd zou moeten worden; merkt bovendien op dat deze uitstaande betalingen (circa € 400 miljoen) voor het overgrote deel betrekking hebben op vastleggingen van het Financieel Instrument voor de Oriëntatie van de Visserij (FIOV);
4. stellt fest, dass aufgrund der Anwendung der n+2-Regel von rund 12 Mrd. €, die im Jahr 2000 für sämtliche Strukturfonds gebunden wurden, Ende des Jahres 2002 nur 521 Mio. € noch nicht ausgezahlt waren und somit nominell einer Aufhebung der Mittelbindung hätten anheim fallen müssen; stellt darüber hinaus fest, dass der überwiegende Betrag dieser noch nicht abgewickelten Mittelbindungen (rund 400 Mio. €) auf das Finanzinstrument für die Ausrichtung der Fischerei (FIAF) entfällt;