30. verbaast zich erover dat in 2000 het aantal functionarissen dat een beroepsopleiding volgde ten opzichte van 1999 terugliep, wat tevens gold voor het aantal aangeboden cursussen; beklemtoont dat alle functionarissen de gelegenheid moet worden geboden nieuwe vaardigheden te ontwikkelen en reeds aanwezige te verbeteren; meent dat de nadruk moet liggen op beroepsvaardigheden die de dienst ten goede komen;
30. äußert Erstaunen, dass die Zahl von Beamten, die 2000 an Fortbildungskursen teilnahmen, gegenüber 1999 ebenso wie die Zahl der verfügbaren Kurse zurückging; betont, dass alle Beamten die Möglichkeit haben sollten, neue Fähigkeiten zu entwickeln sowie die vorhandenen zu verbessern; bekräftigt, dass ein Schwerpunkt auf berufliche Qualifikationen gelegt werden sollte, die für den Dienst besonders nützlich sind;