Vertaling van "geeft op welk soort munten " (Nederlands → Duits) :

De lidstaat geeft op welk soort munten (circulatiemunten in euro, euromunten voor verzamelaars of euroherdenkingsmunten) wordt vernietigd, omdat dit rechtstreeks van invloed is op de in artikel 5, lid 2, punten a) en b) vastgestelde oplagebeperkingen.
Hierbei gibt der Mitgliedstaat an, welche Art von Münzen (Euro-Umlauf-, Euro-Sammler- oder Euro-Gedenkmünzen) vernichtet wird, da dies einen direkten Einfluss auf die in Artikel 5 Absatz 2 Buchstaben a und b festgelegten Obergrenzen hat.

38. vraagt de Commissie om verduidelijking van de toepassing van artikel 20, lid 2, van de dienstenrichtlijn, dat betrekking heeft op discriminatie van EU-consumenten op grond van woonplaats of nationaliteit, en met name duidelijk te maken welk soort zakelijke praktijken op basis van de richtlijn als ongerechtvaardigde discriminatie worden beschouwd; geeft aan dat het belangrijk is de achterliggende obstakels die bedrijven ervan weerhouden binnen de digitale interne markt te groeien, aan te pakken, waaronder de nog altijd bestaande wetgevingsverschillen en de juridische onzekerheid met betrekking tot de toepasselijkheid van de consumentenrechtenwetgeving die daar het gevolg van is;
38. fordert die Kommission auf, die Anwendung von Artikel 20 Absatz 2 der Dienstleistungsrichtlinie über die auf der Staatsangehörigkeit oder dem Wohnsitz beruhende Diskriminierung von Verbrauchern in der EU klarzustellen und insbesondere die Arten von Geschäftspraktiken festzulegen, die als ungerechtfertigte Diskriminierung im Sinne der Richtlinie betrachtet werden; betont, dass die zu Grunde liegenden Hindernisse – einschließlich der fortgesetzten rechtlichen Fragmentierung und der daraus entstehenden Rechtsunsicherheit im Hinblick auf die Anwendbarkeit der Rechtsvorschriften über Verbraucherrechte – die Unternehmen daran hindern, auf dem digitalen Binnenmarkt zu expandieren;

8. is van mening dat mobiliteit voor de verwerving van nieuwe vaardigheden een krachtig instrument is ter verbetering van vaardigheden en vakmanschap, persoonlijke ontwikkeling en het actieve burgerschap van jongeren; is van mening dat vrijwillige mobiliteit in het kader van onderwijs en beroepsopleiding, vervolgonderwijs en hoger onderwijs derhalve moet worden bevorderd voor alle jongeren – los van hun financiële, sociale en etnische achtergrond, het soort onderwijs of opleiding welke zij volgen, hun handicaps, gezondheidsproblemen of geografische situatie – en moet worden aangemoedigd door het beschikbaar stellen van beroepskeuzevoorlichting en -advisering tijdens het hele proces; benadrukt dat mobiliteit niet mag leiden tot een verlaging van de sociale normen in het gastland; benadrukt het belang van wederzijdse erkenning van in de EU behaalde school-, beroepsopleidings- en hogeronderwijsdiploma's en diploma's van vervolgopleidingen voor de vergroting van de mobiliteit; dringt aan op de consequente omzetting van maatregelen zoals ECVET, EQF en ECTS; geeft te verstaan dat de met bewijsstukken gestaafde wederzijdse erkenning dient te geschieden binnen 12 maanden na het behalen van het diploma; wijst erop dat het Europees Parlement regelmatig via de mobiliteitsindicatoren wordt geïnformeerd;
8. betont, dass die Mobilität zum Erwerb neuer Fähigkeiten ein wirksames Mittel ist, um die Fähigkeiten und Kompetenzen, die persönliche Entwicklung und die aktive Teilnahme am öffentlichen Leben von jungen Menschen zu verbessern; ist der Meinung, dass freiwillige Mobilität im Rahmen schulischer und beruflicher Bildung, Weiterbildung und Hochschulbildung deshalb für alle jungen Menschen – unabhängig von ihren finanziellen Verhältnissen, ihrer sozialen und ethnischen Herkunft, ihrem Bildungsweg, etwaigen Behinderungen oder gesundheitlichen Problemen und ihrem Wohnort – gefördert werden muss und durch fachliche Anleitung und Beratung jederzeit begleitend unterstützt werden sollte; betont, dass Mobilität nicht zu einer Absenkung der sozialen Standards im Aufnahmeland führen darf; betont die Bedeutung der gegenseitigen Anerkennung von Schul-, Berufs-, und Hochschulabschlüssen sowie Qualifikationen aus Weiterbildungen, die innerhalb der EU erworben wurden, zur Erhöhung der Mobilität; fordert die konsequente Umsetzung der Maßnahmen wie ECVET, EQR und ECTS; macht deutlich, dass diese gegenseitige Anerkennung innerhalb der ersten 12 Monate nach Erlangung der Qualifikation erfolgen muss; stellt fest, dass das Europäische Parlament regelmäßig über die "Mobilitätsanzeiger" informiert wird,

31. betreurt het dat de verklaring zelf geen definitie geeft van "redelijke zekerheid" en verzoekt de Commissie dit concept te uit te splitsen naar de operationele reikwijdte, d.w.z. hoeveel transacties moeten er worden gecontroleerd, en de operationele inhoud, d.w.z. welk soort controles moeten worden uitgevoerd op de geselecteerde transacties, alsmede in de verklaringen definities op te nemen van andere gebruikte sleutelbegrippen;
31. bedauert, dass der Begriff "angemessene Sicherheit" in der Erklärung selbst nicht definiert wird, und ersucht die Kommission, diesen Begriff nach seinem operativem Umfang, d.h., wie viele Vorgänge müssen geprüft werden, und seinem operativen Inhalt, d.h. welche Art von Prüfungen muss bei den ausgewählten Vorgängen vorgenommen werden, aufzuschlüsseln und in den Erklärungen auch andere Schlüsselbegriffe, die verwendet werden, zu definieren;

De Republiek San Marino geeft geen bankbiljetten, munten of monetaire surrogaten van welke aard ook uit, tenzij de voorwaarden voor de uitgifte daarvan met de Europese Unie zijn overeengekomen.
Die Republik San Marino gibt keine Banknoten, Münzen oder Geldsurrogate irgendwelcher Art aus, außer wenn die Ausgabebedingungen mit der Europäischen Union vereinbart worden sind.

Het voorstel tot herziening halverwege van de Overeenkomst van Lomé IV geeft goed uiting aan deze wil om een evenwichtiger soort betrekkingen met derde landen te bevorderen welke eerder op partnerschap berusten dan op het traditionele concept van ontwikkelingshulp.
In dem Vorschlag, das Lome IV-Abkommen nach fünfjähriger Laufzeit zu überprüfen, kommt die Entschlossenheit der Union zum Ausdruck, zu den Drittländern ausgewogenere Beziehungen herzustellen, die stärker auf Partnerschaft als auf dem traditionellen Konzept der Entwicklungshilfe basieren.