(13) Overwegende dat in de artikelen 23 tot en met 26 van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautaire douanewetboek(10), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 82/97 van het Europees Parlement en de Raad(11),
een omschrijving is gegeven van de niet-preferentiële oorsprong van goederen; dat voor de toekenning van de uitvoerrestitutie alleen producten die geheel en al in de Gemeenschap zijn verkregen of in
de Gemeenschap een ingrijpende verwerking hebben o ...[+++]ndergaan, worden geacht van oorsprong uit de Gemeenschap te zijn; dat, met het oog op een eenvormige toepassing in alle lidstaten, dient te worden verduidelijkt dat sommige mengsels van producten niet aan de voorwaarden voor de restitutie voldoen;
(13) In den Artikeln 23 bis 26 der Verordnung (EWG) Nr. 2913/92 des Rates vom 12. Oktober 1992 zur Festlegung des Zollkodex der Gemeinschaften(10), zuletzt geändert durch die Verordnung (EG) Nr. 82/97 des Europäischen Parlaments und des Rates(11), wird der Begriff des nichtpräferentiellen Warenursprungs definiert. Im Hinblick auf die Gewährung der Ausfuhrerstattung gelten nur die Erzeugnisse als Erzeugnisse mit Ursprung in der Gemeinschaft, die vollständig in der Gemeinschaft gewonnen oder in der Gemeinschaft der letzten wesentlichen Be- oder Verarbeitung unterzogen wurden.