2. Bij elke toetreding wordt de in artikel 205, lid 2, tweede alinea, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap en in artikel 118, lid 2, tweede alinea, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie bedoelde drempel zo berekend dat de drempel van de in stemmen uitgedrukte gekwalificeerde meerderheid niet hoger ligt dan die welke volgt uit de tabel in de verklaring betreffende de uitbreiding van de Europese Unie, gehecht aan de slotakte van de conferentie die het Verdrag van Nice heeft vastgesteld.
(2) Bei jedem Beitritt wird die in Artikel 205 Absatz 2 Unterabsatz 2 des Vertrags zur Gründung der Europäischen Gemeinschaft und in Artikel 118 Absatz 2 Unterabsatz 2 des Vertrags zur Gründung der Europäischen Atomgemeinschaft genannte Schwelle so berechnet, dass die in Stimmen ausgedrückte Schwelle für die qualifizierte Mehrheit nicht die Schwelle überschreitet, die sich aus der Tabelle in der Erklärung zur Erweiterung der Europäischen Union ergibt, die in der Schlussakte der Konferenz, die den Vertrag von Nizza angenommen hat, enthalten ist.