17. is van mening dat bij toekomstige beleidsvoorstellen er rekening mee moet worden gehouden dat de mobiliteit van studenten in beginsel slechts een onderdeel is van de samenwerkingsprogramma's en dat de uitwisseling van docenten, de opstelling van gemeenschappelijke studieprogramma's en de invoering van systemen voor de wederzijdse erkenning van cursussen en diploma's van kapitaal belang zijn;
17. ist der Auffassung, dass zukünftige Leitlinien berücksichtigen müssen, dass die Studentenmobilität grundsätzlich nur ein Element von Kooperationsprogrammen sein sollte, und dass dem Austausch von Lehrenden, der gemeinsamen Curriculumentwicklung und der Arbeit an Systemen der gegenseitigen Anerkennung von Kursen und Diplomen große Wichtigkeit zukommt;