...n het
wettelijk bepaalde gerechtelijke beroep nuanceren, aangezien zij, in die interpretatie, een feitelijke en juridische inkorting impliceren van de beroepstermijn, die wordt teruggebracht tot de laatste dag van de oorspronkelijke termijn voor het voltrekken van het huwelijk (van 6 maanden en 14 dagen) en niet tot de laatste dag van de termijn van één maand, dat alles tenzij wordt beschouwd dat, waarbij zij zich bewust zijn of moeten zijn van de termijnen, de huwelijkskandidaten ofwel (1) vooraf aan de procureur des Konings een verzoek tot verlenging moeten richten, waarbij het verstrijken van de termijn van 6 maanden en 14 dagen vo
...[+++]ordat de beroepstermijn van één maand is verstreken een gewichtige reden vormt, ofwel (2) dat, indien de ambtenaar van de burgerlijke stand beslist de voltrekking van het huwelijk te weigeren, en vanaf die datum, de oorspronkelijke termijn voor het voltrekken van het huwelijk wordt opgeschort, zonder dat enig verzoek tot verlenging moet worden geëist, wat het voorschrift van artikel 165, § 3, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek, zonder voorwerp zou maken ? ......ehenen gerichtlichen Beschwerde nuanciert wird, indem sie in dieser Auslegung eine Verkürzung der Beschwerdefrist de facto und de jure auf den letzten Tag der ursprünglichen Eheschließungsfrist (sechs Monate und 14 Tage) voraussetzen, und nicht auf den letzten Tag der Frist von einem Monat, es sei denn, es wird davon ausgegangen, dass die Ehewilligen, die sich der Fristen bewusst sind oder sein sollen, entweder (1) im Voraus den Prokurator des Königs um eine Verlängerung ersuchen müssen, wobei der Ablauf der Frist von sechs Monaten und 14 Tagen vor dem Ablauf der Beschwerdefrist von einem Monat einen schwerwiegenden Grund darstellt, oder (2) dass im Falle
...[+++] der vom Standesbeamten beschlossenen Weigerung, die Trauung vorzunehmen, und seit diesem Datum die ursprüngliche Eheschließungsfrist aufgeschoben ist, ohne dass irgendein Antrag auf Verlängerung erforderlich wäre, was die Vorschrift von Artikel 165 § 3 Absatz 1 des Zivilgesetzbuches gegenstandslos machen würde? ...