Uit de verwijzingsbeslissingen in de zaken nrs. 5839 en 5882 blijkt dat, in het geval waarin het Hof van oordeel zou zijn dat het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie vereist dat de Staat of de gemeente, die in het kader van een fiscaal geschil in
het ongelijk worden gesteld, niet kunnen worden veroordeeld tot het betalen van de rechtsplegingsvergoeding ten voordele van de belastingplichtige die in het ge
lijk wordt gesteld, dezelfde verwijzende rechter het Hof vraagt of de in het geding zijnde bepalingen bestaanbaar zijn met
...[+++]de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre zij het mogelijk maken de belastingplichtige die in het ongelijk is gesteld in zijn tegen de Staat of een gemeente gerichte fiscale vordering, tot een rechtsplegingsvergoeding te veroordelen.Aus den Vorlageentscheidungen in den Rechtssachen Nrn. 5839 und 5882 geht hervor, dass in dem Fall, dass der Gerichtshof urteilen würde, dass der Grundsatz der Gleichheit und Nichtdiskriminierung es erfordere, dass
der Staat oder die Gemeinde, die im Rahmen einer Steuerstreitsache unterlägen, nicht zur Zahlung der Verfahrensentschädigung zugunsten des obsiegenden Steuerpflichtigen verurteilt werden könnten, derselbe vorlegende Richter den Gerichtshof dazu befragt, ob die betreffenden Bestimmungen mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung vereinbar seien, insofern sie es ermöglichten, dem Steuerpflichtigen, der in einer gegen den Staat od
...[+++]er die Gemeinde gerichteten Steuerklage unterliege, zu einer Verfahrensentschädigung zu verurteilen.