5.1.2. De overeenstemming van de produktie van in massa geproduceerde inrichtingen met betrekking tot fotometrische prestaties wordt niet betwist, als tijdens fotometrische proeven op een aselect gekozen inrichting en met betrekking tot richtingaanwijzers, koplichten en mistlichten voor, die voorzien zijn van een standaard gloeilamp, geen van de gemeten waarden meer dan 20 % afwijkt van de minimumwaarden die in deze richtlijn zijn vastgesteld.
5.1.2. Hinsichtlich der photometrischen Werte sind Serieneinrichtungen nicht zu beanstanden, wenn bei den photometrischen Messungen an einer als Stichprobe entnommenen Einrichtung, die im Falle von Lichtsignaleinrichtungen, Scheinwerfern oder Nebelscheinwerfern mit einer Prüflampe bestückt ist, kein Meßwert mehr als 20 % von dem in dieser Richtlinie vorgeschriebenen Wert abweicht.