24. is van mening dat immigranten uit zogenaamde derde landen binnen de Unie het recht op mobiliteit toegekend moet worden, zodat zij − legaal wonend in een lidstaat − zonder tewerkstellingsvergunning in een andere lidstaat als grensarbeider mogen werken en dat het volledige recht op vrij verkeer van werknemers aan deze immigranten toegekend wordt na een periode van vijf jaar legaal verblijf in een lidstaat;
24. ist der Ansicht, dass Einwanderern aus so genannten Drittstaaten das Recht auf Mobilität innerhalb der Union zuerkannt werden muss, damit sie – bei rechtmäßigem Aufenthalt in einem Mitgliedstaat – ohne Arbeitserlaubnis in einem anderen Mitgliedstaat als Grenzarbeitnehmer arbeiten dürfen, und dass diesen Einwanderern nach einer rechtmäßigen Aufenthaltsdauer von fünf Jahren in einem Mitgliedstaat das uneingeschränkte Recht auf Freizügigkeit als Arbeitnehmer zuerkannt werden muss;