19. erkent tegelijkertijd dat strategische keuzes moeten worden gemaakt en prioriteiten moeten worden gesteld om ervoor te zorgen dat de middelen van de Unie op een gerichte en doeltreffende wijze worden aangewend; verzoekt in dit verband de lidstaten te waarborgen dat hun nationaal beleid strookt met en wordt gecoördineerd met de strategische doelstellingen en verbintenissen van de Unie;
19. stellt gleichzeitig fest, dass strategische Entscheidungen getroffen und Prioritäten gesetzt werden müssen, damit die Ressourcen der Union gezielt und wirksam eingesetzt werden können; fordert die Mitgliedstaaten auf, dafür zu sorgen, dass ihre nationale Politik mit den strategischen Zielen und Verpflichtungen der EU vereinbar und auf sie abgestimmt ist;