Het doel, ontleend aan de algemene context van een nationale regeling, om de toegang tot de arbeid te bevorderen door een betere verdeling ervan tussen de generaties, kan in beginsel worden aangemerkt als een „objectie[ve] en redelijk[e]” rechtvaardiging, „in het kader van het nationale recht” voor een verschil in behandeling op grond van de door de lidstaten voorgeschreven leeftijd
Das aus dem allgemeinen Kontext einer nationalen Regelung abgeleitete Ziel, über eine bessere Beschäftigungsverteilung zwischen den Generationen den Beschäftigungszugang zu fördern, kann grundsätzlich als eine „im Rahmen des nationalen Rechts“ „objektive und angemessene“ Rechtfertigung für eine von den Mitgliedstaaten angeordnete Ungleichbehandlung wegen des Alters angesehen werden.