Traduction de «gronde te evalueren teneinde eventuele » (Néerlandais → Allemand) :

B. overwegende dat het drie jaar na de inwerkingtreding van Verordening (EU) nr. 211/2011 op 1 april 2012 nodig is om de uitvoering ervan ten gronde te evalueren teneinde eventuele tekortkomingen vast te stellen en levensvatbare oplossingen voor de directe herziening ervan voor te stellen;
B. in der Erwägung, dass es drei Jahre nach Inkrafttreten der Verordnung (EU) Nr. 211/2011 am 1. April 2012 notwendig ist, ihre Umsetzung gründlich zu bewerten, damit mögliche Unzulänglichkeiten ermittelt und tragfähige Lösungen für ihre umgehende Überprüfung vorgeschlagen werden können;

19. wijst andermaal op het belang van directe buitenlandse investeringen voor de Europese economie en op de noodzaak om een stabiel en aantrekkelijk klimaat voor de Europese investeerders in het buitenland te creëren en om een open investeringsstelsel op Europees grondgebied te bevorderen; stelt niettemin voor om, in een streven naar wederzijdse voordelen, op Europees niveau na te gaan of het niet wenselijk is de uitwerking van deze investeringen op de interne markt te evalueren teneinde eventuele schadelijke gevolgen voor de innovatie en de deskundigheid in bepaalde Europese strategische sectoren te voorkomen;
19. weist darauf hin, dass ausländische Direktinvestitionen für die europäische Wirtschaft wichtig sind und ein stabiles und attraktives Umfeld für europäische Investoren im Ausland geschaffen und eine offene Investitionsregelung in ganz Europa gefördert werden muss; hält es allerdings für im beiderseitigen Interesse wünschenswert, auf europäischer Ebene eine Bewertung der Auswirkungen dieser Investitionen auf den Binnenmarkt vorzunehmen, um etwaigen nachteiligen Folgen vorzubeugen, die sie für europäische Innovationen und europäisches Know-how in bestimmten strategisch bedeutsamen Sektoren haben könnten;

16. wijst andermaal op het belang van directe buitenlandse investeringen voor de Europese economie en op de noodzaak om een stabiel en aantrekkelijk klimaat voor de Europese investeerders in het buitenland te creëren en om een open investeringsstelsel op Europees grondgebied te bevorderen; stelt niettemin voor om, in een streven naar wederzijdse voordelen, op Europees niveau te overwegen of het niet wenselijk is de uitwerking van deze investeringen op de interne markt te evalueren teneinde eventuele schadelijke gevolgen voor de innovatie en de deskundigheid in bepaalde Europese strategische sectoren te voorkomen.
16. weist darauf hin, dass ausländische Direktinvestitionen für die europäische Wirtschaft wichtig sind und ein stabiles und attraktives Umfeld für europäische Investoren im Ausland geschaffen und eine offene Investitionsregelung in ganz Europa gefördert werden muss; hält es allerdings für im beiderseitigen Interesse wünschenswert, auf europäischer Ebene eine Bewertung der Auswirkungen dieser Investitionen auf den Binnenmarkt vorzunehmen, um etwaigen nachteiligen Folgen vorzubeugen, die sie für europäische Innovationen und europäisches Know-how in bestimmten strategisch bedeutsamen Sektoren haben könnten.

161. merkt op dat er in het jaarlijkse activiteitenverslag van DG MARE naar aanleiding van speciaal verslag nr. 12/2011 van de Rekenkamer bedenkingen zijn geuit ten aanzien van het Europees Visserijfonds (EVF) met betrekking tot investeringen aan boord die uit hoofde van artikel 25, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1198/2006 gefinancierd werden en die de visserijcapaciteit van vaartuigen vergrootten; begrijpt dat DG MARE in samenwerking met de lidstaten werk heeft gemaakt van de aanpak van benoemde problemen door de op grond van deze bepaling van de EVF-verordening gefinancierde projecten te evalueren teneinde niet-subsidiabele uitgaven uit te bannen;
161. nimmt die im jährlichen Tätigkeitsbericht der GD MARE geäußerten Vorbehalte in Bezug auf den Europäischen Fischereifonds (EFF) im Anschluss an den Sonderbericht Nr. 12/2011 des Rechnungshofs über im Rahmen von Artikel 25 Absatz 2 der Verordnung (EG) Nr. 1198/2006 finanzierte Investitionen an Bord von Fischereifahrzeugen, durch die sich deren Fangpotenzial erhöht, zur Kenntnis; ist sich bewusst, das die GD MARE die ermittelten Probleme gemeinsam mit den Mitgliedstaaten in Form einer Überprüfung der im Rahmen der Bestimmung des EFF finanzierten Projekte in Angriff genommen hat, um nicht förderfähige Ausgaben zu beseitigen;

de mogelijkheid voor leveranciers om aanvullende maatregelen in te voeren om broeikasgasemissies gedurende de levenscyclus met 2 % per eenheid energie te verminderen ten opzichte van de in artikel 7 bis, lid 5, onder b), bedoelde uitgangsnorm voor brandstoffen, via het gebruik van via het mechanisme voor schone ontwikkeling van het Kyotoprotocol aangekochte kredieten overeenkomstig de voorwaarden van Richtlijn 2003/87/EG neergelegde voorwaarden, teneinde eventuele verdere bijdragen te evalueren om per 2020 een reductie van 10 % van broeikasgassen te verwezenlijken, zoals bedoeld in artikel 7 bis, lid 2, onder c), van deze richtlijn.
die Möglichkeit der Einführung zusätzlicher Maßnahmen, mit deren Hilfe Anbieter, wie in Artikel 7a Absatz 2 Buchstabe c der vorliegenden Richtlinie angegeben, die Lebenszyklustreibhausgasemissionen pro Energieeinheit um 2 % gegenüber dem in Artikel 7a Absatz 5 Buchstabe b genannten Basiswert für Kraftstoffe mithilfe von Gutschriften mindern, die im Rahmen des Mechanismus für umweltverträgliche Entwicklung des Kyoto-Protokolls unter den Bedingungen der Richtlinie 2003/87/EG erworben werden, um weitere Möglichkeiten zur Erreichung eines Zieles der Minderung von Treibhausgasemissionen von bis zu 10 % bis 2020 zu prüfen.

i)de mogelijkheid voor leveranciers om aanvullende maatregelen in te voeren om broeikasgasemissies gedurende de levenscyclus met 2 % per eenheid energie te verminderen ten opzichte van de in artikel 7 bis, lid 5, onder b), bedoelde uitgangsnorm voor brandstoffen, via het gebruik van via het mechanisme voor schone ontwikkeling van het Kyotoprotocol aangekochte kredieten overeenkomstig de voorwaarden van Richtlijn 2003/87/EG neergelegde voorwaarden, teneinde eventuele verdere bijdragen te evalueren om per 2020 een reductie van 10 % van broeikasgassen te verwezenlijken, zoals bedoeld in artikel 7 bis, lid 2, onder c), van deze richtlijn.
i)die Möglichkeit der Einführung zusätzlicher Maßnahmen, mit deren Hilfe Anbieter, wie in Artikel 7a Absatz 2 Buchstabe c der vorliegenden Richtlinie angegeben, die Lebenszyklustreibhausgasemissionen pro Energieeinheit um 2 % gegenüber dem in Artikel 7a Absatz 5 Buchstabe b genannten Basiswert für Kraftstoffe mithilfe von Gutschriften mindern, die im Rahmen des Mechanismus für umweltverträgliche Entwicklung des Kyoto-Protokolls unter den Bedingungen der Richtlinie 2003/87/EG erworben werden, um weitere Möglichkeiten zur Erreichung eines Zieles der Minderung von Treibhausgasemissionen von bis zu 10 % bis 2020 zu prüfen.

de mogelijkheid voor leveranciers om aanvullende maatregelen in te voeren om broeikasgasemissies gedurende de levenscyclus met 2 % per eenheid energie te verminderen ten opzichte van de in artikel 7 bis, lid 5, onder b), bedoelde uitgangsnorm voor brandstoffen, via het gebruik van via het mechanisme voor schone ontwikkeling van het Kyotoprotocol aangekochte kredieten overeenkomstig de voorwaarden van Richtlijn 2003/87/EG neergelegde voorwaarden, teneinde eventuele verdere bijdragen te evalueren om per 2020 een reductie van 10 % van broeikasgassen te verwezenlijken, zoals bedoeld in artikel 7 bis, lid 2, onder c), van deze richtlijn;
die Möglichkeit der Einführung zusätzlicher Maßnahmen, mit deren Hilfe Anbieter, wie in Artikel 7a Absatz 2 Buchstabe c der vorliegenden Richtlinie angegeben, die Lebenszyklustreibhausgasemissionen pro Energieeinheit um 2 % gegenüber dem in Artikel 7a Absatz 5 Buchstabe b genannten Basiswert für Kraftstoffe mithilfe von Gutschriften mindern, die im Rahmen des Mechanismus für umweltverträgliche Entwicklung des Kyoto-Protokolls unter den Bedingungen der Richtlinie 2003/87/EG erworben werden, um weitere Möglichkeiten zur Erreichung eines Zieles der Minderung von Treibhausgasemissionen von bis zu 10 % bis 2020 zu prüfen;

1. De Commissie beoordeelt jaarlijks in overleg met de lidstaten de vorderingen die de Gemeenschap en haar lidstaten hebben gemaakt bij het nakomen van hun verplichtingen op grond van het UNFCCC en het Protocol van Kyoto als omschreven in Beschikking 2002/358/EG, teneinde te evalueren of bedoelde vorderingen volstaan om deze verplichtingen na te komen.
(1) Die Kommission bewertet in Abstimmung mit den Mitgliedstaaten jährlich die Fortschritte der Gemeinschaft und ihrer Mitgliedstaaten bei der Erfuellung ihrer Verpflichtungen nach dem UNFCCC und dem Kyoto-Protokoll in Übereinstimmung mit der Entscheidung 2002/358/EG, um festzustellen, ob die Fortschritte für die Erfuellung dieser Verpflichtungen ausreichen.