Traduction de «grondwet bedoelde autonome organen » (Néerlandais → Allemand) :

Die « princiepen », aangevuld met de beginselen die reeds werden gewaarborgd in het vroegere artikel 17 (thans artikel 24) van de Grondwet, beogen aldus de actieve en de passieve vrijheid van onderwijs, de mogelijkheid voor de gemeenschappen om zelf onderwijs in te richten dat voldoet aan de neutraliteitsvereiste, de mogelijkheid voor de gemeenschappen als inrichtende macht om bevoegdheden over te dragen aan autonome organen, het recht op onderwijs en de beginselen van wettigheid en gelijkheid in onderwijszaken.
Diese « Prinzipien », die durch die bereits im früheren Artikel 17 (nunmehr Artikel 24) der Verfassung garantierten Prinzipien ergänzt wurden, betreffen somit die aktive und die passive Unterrichtsfreiheit, die Möglichkeit für die Gemeinschaften, selbst einen Unterricht einzurichten, der dem Erfordernis der Neutralität entspricht, die Möglichkeit für die Gemeinschaften, als Organisationsträger autonomen Organen Befugnisse zu übertragen, das Recht auf Unterricht sowie das Legalitätsprinzip und den Gleichheitsgrundsatz in Unterrichtsangelegenheiten.

Uit die toelichting blijkt niet alleen dat de invulling van het neutraliteitsbeginsel niet los kan worden gezien van het bepalen van het pedagogische project van het gemeenschapsonderwijs, maar ook dat de Grondwetgever niet heeft willen uitsluiten dat de desbetreffende bevoegdheden worden opgedragen aan de in artikel 24, § 2, van de Grondwet bedoelde autonome organen.
Aus dieser Erläuterung geht nicht nur hervor, dass das Ausfüllen des Neutralitätsgrundsatzes nicht unabhängig von der Festlegung des pädagogischen Projekts des Gemeinschaftsunterrichts betrachtet werden kann, sondern auch, dass der Verfassungsgeber es nicht hat ausschliessen wollen, dass die betreffenden Zuständigkeiten den in Artikel 24 § 2 der Verfassung erwähnten autonomen Organen übertragen werden.

Dat de Grondwetgever de mogelijkheid niet heeft willen uitsluiten om, met toepassing van artikel 24, § 2, van de Grondwet, de bevoegdheid betreffende het bepalen van het pedagogische project van het gemeenschapsonderwijs op te dragen aan de in die bepaling bedoelde autonome organen, kan worden afgeleid uit de volgende verklaring van de minister van Onderwijs (F) :
Dass der Verfassungsgeber nicht die Möglichkeit ausschliessen wollte, in Anwendung von Artikel 24 § 2 der Verfassung die Zuständigkeit zur Festlegung des pädagogischen Projekts des Gemeinschaftsunterrichts den in dieser Bestimmung erwähnten autonomen Organen zu übertragen, kann aus folgender Erklärung des Unterrichtsministers (F) abgeleitet werden:

Noch de Grondwetgever, noch de bijzondere decreetgever, hebben de met toepassing van artikel 24, § 2, van de Grondwet opgerichte autonome organen willen verbieden om, met het oog op het vrijwaren van het ordentelijke verloop van het onderwijsgebeuren of van het pedagogische project, reglementen van inwendige orde aan te nemen betreffende het gedrag van de leerlingen.
Weder der Verfassungsgeber, noch der Sonderdekretgeber haben es den in Anwendung von Artikel 24 § 2 der Verfassung eingesetzten autonomen Organen verbieten wollen, im Hinblick auf die Gewährleistung des ordnungsmässigen Ablaufs des Unterrichtsgeschehens oder des pädagogischen Projekts Schulordnungen bezüglich des Verhaltens der Schüler anzunehmen.

Na erop te hebben gewezen dat het eveneens de bedoeling was om de « principes van het schoolpact » grondwettelijk te waarborgen en na die « principes », aangevuld met de reeds in het vroegere artikel 17 van de Grondwet gewaarborgde beginselen, te hebben opgesomd (de vrijheid van onderwijs, de mogelijkheid voor de gemeenschappen om zelf onderwijs in te richten dat voldoet aan de neutraliteitsvereiste, de mogelijkheid voor de gemeenschappen als inrichtende macht om bevoegdheden op te dragen aan autonome organen, het recht op (kosteloos) onderwijs en de gelijkheid in onderwijszaken), verklaarde de vice-eerste minister en minister van Verkeerswezen en Institutionele Hervormingen :
Nach dem Hinweis darauf, dass ebenfalls die Absicht bestand, die « Prinzipien des Schulpaktes » durch die Verfassung zu gewährleisten, und nach der Aufzählung dieser « Prinzipien », die durch die bereits im früheren Artikel 17 der Verfassung gewährleisteten Grundsätze ergänzt wurden (die Unterrichtsfreiheit, die Möglichkeiten für die Gemeinschaften, selbst Unterricht einzurichten, der dem Neutralitätserfordernis entspricht, die Möglichkeit der Gemeinschaften, als Organisationsträger autonomen Organen Zuständigkeiten zu übertragen, das Recht auf (kostenlosen) Unterricht und die Gleichheit in Unterrichtsangelegenheiten), erklärte der Vizepremierminister und Minister des Verkehrswesens und der Institutionellen Reformen:

Wat de mogelijkheid voor de gemeenschap betreft om als inrichtende macht bevoegdheden op te dragen aan een of meer autonome organen (artikel 24, § 2, van de Grondwet) en de concretisering ervan in de Vlaamse Gemeenschap
In Bezug auf die Möglichkeit der Gemeinschaft, als Organisationsträger einem oder mehreren autonomen Organen Zuständigkeiten zu übertragen (Artikel 24 § 2 der Verfassung), und deren Konkretisierung in der Flämischen Gemeinschaft

Hoewel we op bepaalde punten uitstekend met de rapporteur mee kunnen gaan, vooral als het gaat om de versterking van de betrekkingen tussen de organen binnen de VN, kan er geen sprake van zijn dat wij instemmen met “deelname van de Europese Unie als volledig lid van de Veiligheidsraad en van de Algemene Vergadering van de VN” of, in dezelfde lijn, het idee “dat de minister van Buitenlandse Zaken van de Europese Unie, wiens taken zijn vastgelegd in het ontwerp van Europese Grondwet, het in de paragraaf hierboven bedoelde mandaat namens de Europese Unie dient te vervullen”.
Wenn man dem Berichterstatter auch in einigen Punkten zustimmen kann, insbesondere zu einer Stärkung der Beziehungen zwischen den UNO-Organen untereinander, so ist doch völlig ausgeschlossen, „die Teilnahme der Union als Vollmitglied im Sicherheitsrat und der Generalversammlung der UNO“ zu akzeptieren oder im gleichen Zusammenhang hinzunehmen, „dass der Außenminister der Europäischen Union, dessen Funktion im Entwurf für eine Europäische Verfassung vorgesehen ist, den (für die EU) vorgeschlagenen Sitz einnehmen sollte“.