Als volgens de Vlaamse Regering 75 pct. van de veehouderijen behoren tot de categorie van de gezinsveeteeltbedrijven en deze 64 pct. van de mestproductie (in P2O5) genereren, dan blijft de vraag welke gegevens de Minister hanteerde om in de Commissie te verklaren dat de 30 pct. grootste bedrijven verantwoordelijk zijn voor 50 pct. van de mestproductie (Gedr. St., Vlaamse Raad, 1995-1996, nr. 148-3, p. 11).
Wenn nach Angabe der Flämischen Regierung 75 % der Viehhaltungsbetriebe zur Kategorie der Familienviehzüchtereien gehören und diese 64 % der Düngemittel (P2O5) erzeugen würden, dann stelle sich die Frage, welche Angaben der Minister benutzt habe, um in der Kommission zu erklären, dass die grössten Betriebe, die 30 % darstellen würden, für 50 % der Düngemittelproduktion verantwortlich seien (Dok., Flämischer Rat, 1995-1996, Nr. 148-3, S. 11).