Wanneer een Lid-Staat het voornemen heeft , terzake van het vervoer per spoor , over de weg of over de binnenwateren , wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen vast te stellen , die voor de verwezenlijking van het gemeenschappelijk vervoerbeleid van essentieel belang kunnen zijn , geeft hij hiervan de Commissie tijdig en schriftelijk kennis en doet hij hiervan tegelijkertijd mededeling aan de overige Lid-Staten .
Beabsichtigt ein Mitgliedstaat, auf den Gebieten des Eisenbahn-, des Strassen- oder des Binnenschiffsverkehrs Rechts- oder Verwaltungsvorschriften zu erlassen, welche geeignet sind, die Verwirklichung der gemeinsamen Verkehrspolitik wesentlich zu berühren, so teilt er dies der Kommission rechtzeitig schriftlich mit und unterrichtet gleichzeitig die übrigen Mitgliedstaaten hiervon.