27
. benadrukt dat een coherent optreden van de EU ten aanzien van derde landen absoluut n
oodzakelijk is voor haar geloofwaardigheid en dus ook voor haar doelmatigheid en dat verschillende en onsamenhangende benaderingen de effectiviteit van haar optreden o
ndermijnen en ertoe leiden dat haar discours over
mensenrechten niet altijd wordt gehoord; herinnert eraan dat onda
...[+++]nks de talrijke moeilijkheden in het verleden coherentie een prioriteit blijft in het kader van het buitenlands beleid en dat deze coherentie centraal moet staan in het mandaat van alle actoren van dit beleid; 27. betont, dass die Kohärenz der Maßnahmen der Union gegenüber Drittstaaten die Voraussetzung für ihre Glaubwürdigkeit und damit für ihre Effektivität ist und dass Abweichungen und Inkohärenzen der Wirksamkeit der Maßnahmen schaden und in manchen Fällen dazu führen, dass ihre Auffassungen zu den Mensc
henrechten überhört werden; weist darauf hin, dass die Kohärenz trotz zahlreicher Schwierigkeiten ein wichtiges Zi
el der Außenpolitik bleibt und dass sie im Zentrum des Mandats aller Akteure ei
ner solche ...[+++]n Politik stehen muss;