Het Hof zal bijgevolg rekening houden met die voorwaarde, zoals zij in dat koninklijk besluit is vastgelegd, niet om zich uit te spreken over de grondwettigheid ervan, wat niet tot zijn bevoegdheid behoort, maar uitsluitend door het geval te beschouwen waarin, overeenkomstig de bewoordingen van de prejudiciële vraag, het voormelde artikel 14, § 1, 3°, zesde lid, in die zin dient te worden geïnterpreteerd dat het de Koning ertoe machtigt die maatregel te nemen.
Der Hof wird daher diese Bedingung, so wie sie in dem betreffenden königlichen Erlass vorgesehen ist, berücksichtigen, nicht um zur Verfassungsmässigkeit Stellung zu beziehen, da er hierfür nicht zuständig ist, sondern nur indem er gemäss der Formulierung der präjudiziellen Frage von dem Fall ausgeht, dass der vorerwähnte Artikel 14 § 1 Nr. 3 Absatz 6 so auszulegen ist, dass er es dem König erlaubt, diese Massnahme zu ergreifen.